21. stelt voor dat elke middelbare school en instelling voor beroepsonderwijs los van het onderwijzend personeel voorzien in een begeleidingssysteem waar leerlingen met problemen deze in een vertrouwelijke sfeer kunnen bespreken; onderstreept dat het begeleidend personeel voldoende moet zijn opgeleid om begeleiding te bieden en, met het oog daarop, permanent gebruik moet kunnen maken van bijscholing in specifieke vaardigheden;
21. schlägt vor, dass in Sekundar- und Berufschulen neben dem Lehrpersonal Berater tätig sein sollten, mit denen die Schüler vertraulich über ihre Probleme sprechen können; betont, dass die Berater entsprechend geschult sein müssen und dass ihnen zu diesem Zweck Möglichkeiten zur Weiterbildung im Bereich der erforderlichen spezifischen Fähigkeiten zur Verfügung gestellt werden müssen;