5. De lidstaten bepalen dat de bevoegde autoriteit de aan een gereglementeerde markt verleende vergunning mag intrekken wanneer niet-naleving van het bepaalde in deze titel in aantoonbare en significante mate afbreuk heeft gedaan of kan doen aan de gezonde en prudente exploitatie van de gereglementeerde markt of de goede en ordelijke werking van de financiële markten.
(5) Die Mitgliedstaaten räumen der zuständigen Behörde die Möglichkeit ein, einem geregelten Markt in den Fällen die Zulassung zu entziehen, in denen die Nichteinhaltung der Bestimmungen dieses Titels einem soliden und umsichtigen Betrieb des geregelten Markts oder einem reibungslosen und ordnungsgemäßen Funktionieren der Finanzmärkte nachweislich und in erheblichem Maße abträglich ist oder sein kann.