Een van de belanghebbenden en de overheid van de VS voerden aan dat in geen van de argumenten in de overwegingen 129 tot en met 133 van de voorlopige verordening wordt vermeld dat de prijzen van sojabonen, palmolie en canolaolie in de VS sinds 2004 steeds veel lager waren dan de prijzen in de Gemeenschap voor raapzaad, wat een groot concurrentievoordeel voor de uit de VS ingevoerde biodiesel opleverde.
Eine interessierte Partei und die US-Regierung brachten vor, dass keine der Ausführungen unter den Randnummern (129) bis (133) der vorläufigen Verordnung darauf eingehe, dass die Preise für Soja-, Palm- und Canolaöl in den USA seit 2004 ständig erheblich unter den Preisen für Raps in der Gemeinschaft gelegen hätten, was zu einem beachtlichen Wettbewerbsvorteil für den aus den USA eingeführten Biodiesel führe.