In 1997 bedroeg het aantal vrouwelijke deelnemers aan de EUCYS voor het eerst meer dan 30 %, en sindsdien schommelt het gewoonlijk tussen 30 % en 35 %, met een piek van 41% in 2005.
1997 überstieg der Frauenanteil erstmals 30 %; seither bewegt er sich in der Regel zwischen 30 % und 35 %, wobei 2005 ein Höchstwert von 41 % erreicht wurde.