Ten slotte heeft slechts een beperkt aantal lidstaten[38] artikel 6, lid 5, en artikel 13, lid 4, uitdrukkelijk omgezet. Op grond daarvan moeten zij aan onderdanen van derde landen die betrokken zijn bij een strafrechtelijk proces in verband met onder artikel 9, lid 1, onder c) of e), vallende strafbare feiten een verblijfsvergunning van beperkte duur afgeven, gekoppeld aan de lengte van de desbetreffende nationale procedure, en moeten zij de voorwaarden bepalen waaronder de duur van deze vergunningen kan worden verlengd tot de onderdaan van een derde land de nabetaling van loon heeft ontvangen.
Nur eine begrenzte Anzahl von Mitgliedstaaten[38] hat Artikel 6 Absatz 5 und Artikel 13 Absatz 4 ausdrücklich umgesetzt, wonach die Mitgliedstaaten verpflichtet sind, befristete Aufenthaltstitel entsprechend der Dauer der betreffenden innerstaatlichen Verfahren für Drittstaatsangehörige zu erteilen, die an Strafverfahren wegen Straftaten nach Artikel 9 Absatz 1 Buchstaben c und e beteiligt sind, und die Bedingungen festzulegen, unter denen die Dauer dieser Titel verlängert werden kann, bis die Person alle ausstehenden Nachzahlungen erhalten hat.