Uit het eindverslag blijkt dat tussen 1 mei 2004 en eind 2010 4.004 ambtenaren en tijdelijke functionarissen uit Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië bij de Commissie in dienst zijn getreden, een heel eind boven het ambitieuze streefcijfer van 3.508.
Laut Abschlussbericht hat die Kommission zwischen dem 1. Mai 2004 und Ende 2010 insgesamt 4004 Beamte und Zeitbedienstete aus Estland, Lettland, Litauen, Malta, Polen, der Slowakei, Slowenien, der Tschechischen Republik, Ungarn und Zypern eingestellt.