2. Wildezalmrivieren die nog geen 50% van de potentiële capaciteit voor de productie van smolt hebben bereikt tegen de tijd dat de onderhavige verordening in werking treedt, moeten binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de onderhavige verordening elk een productie van wilde smolt van 50% en binnen twaalf jaar van 80% van de potentiële capaciteit voor de productie van smolt hebben bereikt.
2. In Wildlachsflüssen, in denen bei Inkrafttreten dieser Verordnung keine 50% der potenziellen Kapazität zur Smolt-Produktion erreicht werden, soll die Wildlachs-Smolt-Produktion fünf Jahre nach Inkrafttreten dieser Verordnung für jeden Fluss 50 % und zwölf Jahre nach Inkrafttreten der Verordnung für jeden Fluss 80 % der potenziellen Produktionskapazität erreichen.