Het was dan ook nodig te preciseren dat de artikelen van het Gerechtelijk Wetboek die verlengingen van termijnen mogelijk maken en onverzoenbaar zijn met de eisen van een snelle afwikkeling van het faillissement, te deze niet toepasselijk zijn » (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, p.4).
Daher musste angegeben werden, dass Bestimmungen, die eine Fristverlängerung ermöglichen und angesichts des Erfordernisses einer schnellen Abwicklung der Konkurse unangebracht sind, nicht Anwendung finden » (Parl. Dok., Kammer, 1991-1992, Nr. 631/1, S. 4).