Vertaling van "sociale overwegingen stelt " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

sociale overwegingen
sozialpolitische Erwägungen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

8. vraagt de Commissie in alle bilaterale handels- en investeringsovereenkomsten die door de EU worden getekend een bindende MVO-clausule op te nemen, gebaseerd op de op internationaal niveau geformuleerde MVO-beginselen (met name de in 2010 geactualiseerde OESO-richtsnoeren), en daarin nadruk te leggen op duurzame ontwikkeling en goed bestuur, mensenrechten, fatsoenlijk werk, arbeidsnormen, vrijheid van vereniging, collectieve onderhandelingen en andere sociale overwegingen; stelt voor dat in deze clausule de bestaande normen en concepten worden geharmoniseerd, teneinde te zorgen voor vergelijkbaarheid en billijkheid, en ook maatregelen worden opgenomen voor toezicht op de naleving van deze beginselen op het niveau van de EU en voor implementatie, en dat nationale contactpunten worden ingesteld als fora voor vragen met betrekking tot de OESO-richtsnoeren, zoals de verplichting om de activiteiten van ondernemingen en hun dochterbedrijven en toeleveringsketens te monitoren, en de verplichting om "due diligence" toe te passen;
8. fordert die Kommission auf, eine verbindliche Klausel über die soziale Verantwortung der Unternehmen in alle bilateralen Abkommen über Handel und Investitionen aufzunehmen, die von der EU unterzeichnet werden, und sich dabei auf die internationale Definition und Anerkennung dieser Prinzipien der sozialen Verantwortung der Unternehmen zu stützen, wobei die Betonung auf der nachhaltigen Entwicklung und guten Regierungsführung liegen sollte, mit Schwerpunkt Menschenrechte, menschenwürdige Arbeit, Arbeitnehmerrechte, Vereinigungsfreiheit, Aushandlung von Tarifverträgen und andere soziale Überlegungen, insbesondere die 2010 aktualisierten OECD-Leitlinien; regt an, dass mit dieser Klausel die bestehenden verschiedenen Normen und Konzepte harmonisiert werden sollten, um Vergleichbarkeit und Gerechtigkeit herzustellen, und dass diese Klausel Maßnahmen zur Überwachung dieser Prinzipien auf der Ebene der EU und zur Umsetzung enthalten sollte und nationale Kontaktstellen eingerichtet werden sollten, die bei Fragen zu den Themen, die in den OECD-Leitlinien erörtert werden, als Foren fungieren, etwa was die Forderung nach Überwachung der Tätigkeiten von Unternehmen und ihren Tochtergesellschaften und Zulieferern und die Forderung nach Anwendung des Sorgfaltsprinzips angeht;

De ondersteuning van microfinanciering en sociaal ondernemerschap krijgt momenteel vorm in de EaSI-garantie, die financiële intermediairs in staat stelt micro-ondernemers en sociale ondernemingen te bereiken die anders vanwege risico-overwegingen geen financiering zouden kunnen verkrijgen.
Die Unterstützung für Mikrofinanz und soziales Unternehmertum erfolgt derzeit über die EaSI-Bürgschaft, die es Finanzmittlern ermöglicht, sich in Kleinstunternehmen und sozialen Unternehmen zu engagieren, die ansonsten wegen des Risikos keine Finanzmittel hätten erhalten können.

13. stelt voor dat op het gebied van huisvesting architectonische en andere overwegingen met betrekking tot de omgeving in aanmerking worden genomen om een positieve verschuiving van „ontwerp voor speciale behoeften” naar „integraal en inclusief ontwerp voor alle burgers” te versnellen; merkt evenwel op dat volledige toegankelijkheid en de daarvoor benodigde aanpassingen niet alleen architectonisch van aard zijn, en dat universeel ontwerp speciaal bedoeld om te voorzien in de dagelijkse basisbehoeften van vrouwen met een handicap een vaststaande doelstelling en een realiteit zou moeten zijn; benadrukt dat de toegang van vrouwen met een handicap tot sociale huisvesting moet worden gewaarborgd, op individuele of gezamenlijke basis, en dat financiële steun ter beschikking moet worden gesteld om fysieke obstakels in huis weg te nemen, die ook beschikbaar moet zijn voor huurwoningen; herhaalt daarom hoe belangrijk om ervoor te zorgen dat mensen met een handicap een betere toegang hebben tot fatsoenlijke leefomstandigheden, zowel op het gebied van huisvesting, mobiliteit, toegang tot sociale en overheidsdiensten, als van deelname aan het openbare leven;
13. schlägt vor, dass im Wohnungsbau architektonische und sonstige umweltbezogene Überlegungen angestellt und entsprechende Maßnahmen ergriffen werden, um eine positive Verlagerung weg von einer „Gestaltung für spezifische Bedürfnisse“ hin zu einer „ganzheitlichen und inklusiven Gestaltung für alle Bürgerinnen und Bürger“ voranzutreiben; betont, dass der uneingeschränkte Zugang und die notwendigen Anpassungen nicht ausschließlich ein architektonisches Ziel darstellen sollten, und dass die universelle Bauweise, die insbesondere in Bezug auf die grundlegenden Alltagsbedürfnisse von Frauen mit Behinderungen ausgerichtet ist, ein festes Ziel sein sollte, das tatsächlich in die Tat umgesetzt wird; betont, dass es notwendig ist, Frauen mit Behinderungen Zugang zu Programmen des sozialen Wohnungsbaus für Einzelwohnungen oder Wohngemeinschaften zu gewähren und ihnen entsprechende finanzielle Unterstützung zur Beseitigung von Barrieren im häuslichen Umfeld, die ihre Mobilität einschränken zur Verfügung zu stellen; vertritt die Auffassung, dass diese Unterstützung auch Frauen mit Behinderungen, die sich in einem Mitverhältnis befinden, gewährt werden sollte; bekräftigt deshalb, wie wichtig es ist, dafür zu sorgen, dass Menschen mit Behinderung einen besseren Zugang zu würdigen Lebensbedingungen in den Bereichen Wohnungswesen, Fortbewegungsmöglichkeiten, öffentliche und soziale Dienste sowie zur Teilhabe am öffentlichen Leben erhalten;

13. stelt voor dat op het gebied van huisvesting architectonische en andere overwegingen met betrekking tot de omgeving in aanmerking worden genomen om een positieve verschuiving van "ontwerp voor speciale behoeften" naar "integraal en inclusief ontwerp voor alle burgers" te versnellen; merkt evenwel op dat volledige toegankelijkheid en de daarvoor benodigde aanpassingen niet alleen architectonisch van aard zijn, en dat universeel ontwerp speciaal bedoeld om te voorzien in de dagelijkse basisbehoeften van vrouwen met een handicap een vaststaande doelstelling en een realiteit zou moeten zijn; benadrukt dat de toegang van vrouwen met een handicap tot sociale huisvesting moet worden gewaarborgd, op individuele of gezamenlijke basis, en dat financiële steun ter beschikking moet worden gesteld om fysieke obstakels in huis weg te nemen, die ook beschikbaar moet zijn voor huurwoningen; herhaalt daarom hoe belangrijk om ervoor te zorgen dat mensen met een handicap een betere toegang hebben tot fatsoenlijke leefomstandigheden, zowel op het gebied van huisvesting, mobiliteit, toegang tot sociale en overheidsdiensten, als van deelname aan het openbare leven;
13. schlägt vor, dass im Wohnungsbau architektonische und sonstige umweltbezogene Überlegungen angestellt und entsprechende Maßnahmen ergriffen werden, um eine positive Verlagerung weg von einer „Gestaltung für spezifische Bedürfnisse“ hin zu einer „ganzheitlichen und inklusiven Gestaltung für alle Bürgerinnen und Bürger“ voranzutreiben; betont, dass der uneingeschränkte Zugang und die notwendigen Anpassungen nicht ausschließlich ein architektonisches Ziel darstellen sollten, und dass die universelle Bauweise, die insbesondere in Bezug auf die grundlegenden Alltagsbedürfnisse von Frauen mit Behinderungen ausgerichtet ist, ein festes Ziel sein sollte, das tatsächlich in die Tat umgesetzt wird; betont, dass es notwendig ist, Frauen mit Behinderungen Zugang zu Programmen des sozialen Wohnungsbaus für Einzelwohnungen oder Wohngemeinschaften zu gewähren und ihnen entsprechende finanzielle Unterstützung zur Beseitigung von Barrieren im häuslichen Umfeld, die ihre Mobilität einschränken zur Verfügung zu stellen; vertritt die Auffassung, dass diese Unterstützung auch Frauen mit Behinderungen, die sich in einem Mitverhältnis befinden, gewährt werden sollte; bekräftigt deshalb, wie wichtig es ist, dafür zu sorgen, dass Menschen mit Behinderung einen besseren Zugang zu würdigen Lebensbedingungen in den Bereichen Wohnungswesen, Fortbewegungsmöglichkeiten, öffentliche und soziale Dienste sowie zur Teilhabe am öffentlichen Leben erhalten;

46. dringt aan op een coherente communicatiestrategie ter vergroting van de algehele zichtbaarheid van EU-activiteiten, waarbij alle EU-instellingen en lidstaten, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld moeten worden betrokken, terwijl erop moet worden toegezien dat de verlening van noodhulp bij rampen nooit ondergeschikt wordt gemaakt aan commerciële, politieke of strategische overwegingen; is van mening dat deze strategie erop gericht moet zijn de communicatiemethoden en –middelen te vereenvoudigen en te uniformiseren; stelt daarom voor dat voor alle daarbij betrokken Europese personeelsleden bijvoorbeeld uniforme kledingvoorschriften en een logo, in combinatie met een nationale badge, worden ingevoerd en dat er één woordvoerder wordt benoemd die de communicatie over de noodhulpoperatie verzorgt; wijst er nadrukkelijk op dat bij het gevoerde communicatiebeleid – hoe dat er ook moge uitzien – een duidelijk onderscheid dient te worden gemaakt tussen humanitaire hulp en militaire activiteiten;
46. fordert eine umfassende Kommunikationsstrategie, in die alle EU-Organe, Mitgliedstaaten, Sozialpartner und die Zivilgesellschaft einbezogen werden und die die globale Sichtbarkeit und Transparenz der europäischen Maßnahmen in den begünstigten Ländern sowie unter den europäischen Bürgern verbessern und zugleich sicherstellen wird, dass die Katastrophenhilfe niemals Handelserwägungen oder politischen und strategischen Interessen untergeordnet wird; vertritt die Auffassung, dass diese Strategie darauf ausgerichtet sein muss, die Kommunikationsmethoden und -instrumente zu vereinfachen und zu vereinheitlichen; fordert in diesem Sinne beispielsweise die Einführung einer einheitlichen Bekleidung und eines gemeinsamen Zeichens neben nationalen Symbolen für das gesamte europäische Personal sowie die Ernennung eines gemeinsamen Sprechers zur Sicherstellung der Kommunikation in der Notfallabwehr; fordert, dass bei allen Kommunikationsstrategien eine klare Unterscheidung zwischen humanitärer Hilfe und militärischen Aktivitäten sichergestellt wird;

46. dringt aan op een coherente communicatiestrategie ter vergroting van de algehele zichtbaarheid van EU-activiteiten, waarbij alle EU-instellingen en lidstaten, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld moeten worden betrokken, terwijl erop moet worden toegezien dat de verlening van noodhulp bij rampen nooit ondergeschikt wordt gemaakt aan commerciële, politieke of strategische overwegingen; is van mening dat deze strategie erop gericht moet zijn de communicatiemethoden en –middelen te vereenvoudigen en te uniformiseren; stelt daarom voor dat voor alle daarbij betrokken Europese personeelsleden bijvoorbeeld uniforme kledingvoorschriften en een logo, in combinatie met een nationale badge, worden ingevoerd en dat er één woordvoerder wordt benoemd die de communicatie over de noodhulpoperatie verzorgt; wijst er nadrukkelijk op dat bij het gevoerde ​​communicatiebeleid – hoe dat er ook moge uitzien – ​​een duidelijk onderscheid dient te worden gemaakt tussen humanitaire hulp en militaire activiteiten;
46. fordert eine umfassende Kommunikationsstrategie, in die alle EU-Organe, Mitgliedstaaten, Sozialpartner und die Zivilgesellschaft einbezogen werden und die die globale Sichtbarkeit und Transparenz der europäischen Maßnahmen in den begünstigten Ländern sowie unter den europäischen Bürgern verbessern und zugleich sicherstellen wird, dass die Katastrophenhilfe niemals Handelserwägungen oder politischen und strategischen Interessen untergeordnet wird; vertritt die Auffassung, dass diese Strategie darauf ausgerichtet sein muss, die Kommunikationsmethoden und -instrumente zu vereinfachen und zu vereinheitlichen; fordert in diesem Sinne beispielsweise die Einführung einer einheitlichen Bekleidung und eines gemeinsamen Zeichens neben nationalen Symbolen für das gesamte europäische Personal sowie die Ernennung eines gemeinsamen Sprechers zur Sicherstellung der Kommunikation in der Notfallabwehr; fordert, dass bei allen Kommunikationsstrategien eine klare Unterscheidung zwischen humanitärer Hilfe und militärischen Aktivitäten sichergestellt wird;

Zij stelt dat tot aan de inwerkingtreding van de wet van 30 april 1999, de gewestelijke overheid een arbeidskaart kon afgeven aan een werknemer die zich al op het grondgebied bevond, zelfs op onregelmatige wijze of met een onzeker statuut, voor zover dat werd verantwoord door economische en sociale overwegingen.
Sie erklärt, dass bis zum Inkrafttreten des Gesetzes vom 30. April 1999 die Regionalbehörde einem Arbeitnehmer, der sich selbst auf unrechtmässige Weise oder mit unsicherem Rechtsstatus bereits auf dem Staatsgebiet aufhalte, eine Arbeitserlaubnis habe erteilen können, solange dies durch wirtschaftliche und soziale Erwägungen gerechtfertigt gewesen sei.