Door het bestaansminimum in te delen bij de sociale zekerheid, in de zin van de in het geding zijnde wet, kent de wetgever de hoedanigheid van openbare instelling van sociale zekerheid, bedoeld in artikel 2, 2°, a), van de wet van 11 april 1995, toe aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in zoverre zij bevoegd zijn inzake het bestaansminimum.
Indem der Gesetzgeber das Existenzminimum dem Gebiet der sozialen Sicherheit zuordnet, im Sinne des beanstandeten Gesetzes, räumt er den öffentlichen Sozialhilfezentren, insofern sie bezüglich des Existenzminimums zuständig sind, die Eigenschaft einer öffentlichen Einrichtung für soziale Sicherheit im Sinne des Artikels 2 Nr. 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 11. April 1995 ein.