In tegenstelling tot wat de verzoekende partij aanvoert, volstaat de loutere omstandigheid dat een verhoging van de op bier geheven accijnzen meer fiscale inkomsten zou hebben opgeleverd, niet om de maatregel onredelijk te maken, rekening houdend met de aan de wetgever toegekende beoordelingsmarge en rekening houdend met de mogelijkheid waarover hij beschikt om een louter budgettair doel te verzoenen met andere overwegingen met betrekking tot de soorten van producten die aan de in het geding zijnde belasting zijn onderworpen.
Im Gegensatz zu dem, was die klagende Partei anführt, reicht der bloße Umstand, dass eine Erhöhung der auf Bier erhobenen Akzisensteuern höhere Steuereinnahmen ergeben hätte, nicht aus, damit die Maßnahme unvernünftig wird, dies unter Berücksichtigung des Ermessensspielraums des Gesetzgebers und seiner Möglichkeit, ein rein haushaltsmäßiges Ziel mit anderen Erwägungen bezüglich der Produktarten, die der betreffenden Steuer unterliegen, in Einklang zu bringen.