2. Het aspect of het geheel van aspecten als bedoeld in lid 1, onder a), kan betrekking hebben op de intrinsieke kenmerken van het product, zoals de fysische, de chemische, de microbiologische of de organoleptische kenmerken, op de productiemethode of op de specifieke voorwaarden waaraan bij de productie moet worden voldaan.
(2) Das Merkmal oder die Reihe von Merkmalen gemäß Absatz 1 Buchstabe a kann sich auf die besonderen Eigenschaften des Erzeugnisses wie die physikalischen, chemischen, mikrobiologischen oder organoleptischen Eigenschaften oder auf das Verfahren der Erzeugung des Produkts oder auf besondere Bedingungen beziehen, die bei der Erzeugung des Produkts herrschen müssen.