Artikel 4, lid 3, van de richtlijn bepaalt dat de Commissie in haar advies met name rekening mag houden met de in vergelijking met voorgaande jaren geboekte vooruitgang, het aantal voor het eerst uitgezonden programma's binnen het programma-aanbod, de bijzondere omstandigheden waarin nieuwe omroeporganisaties zich bevinden en de specifieke situatie van landen met een geringe audiovisuele productiecapaciteit of een beperkt taalgebied [4].
Artikel 4 Absatz 3 der Richtlinie legt fest, dass die Kommission in ihrer Stellungnahme folgende Aspekte besonders berücksichtigen kann: die gegenüber den Vorjahren erzielten Fortschritte, den Anteil von Erstausstrahlungen bei der Programmgestaltung, die besondere Situation neuer Fernsehanstalten sowie die spezifische Situation von Ländern mit niedriger AV-Produktionskapazität oder kleinem Sprachraum. [4]