1. Bij ontvangst van het overeenkomstig artikel 8 toegezonden Europees beschermingsbevel erkent de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat met bekwame spoed het bevel, en neemt zij alle maatregelen die haar in soortgelijke gevallen krachtens het nationale recht ter beschikking staan om de bescherming van de beschermde persoon te waarborgen, tenzij zij beslist een van de in artikel 10 bedoelde gronden voor niet-erkenning in te roepen.
(1) Bei Eingang einer gemäß Artikel 8 übermittelten Europäischen Schutzanordnung erkennt die zuständige Behörde des Vollstreckungsstaats diese Anordnung unverzüglich an und trifft eine Entscheidung zum Erlass jeglicher Maßnahmen, die nach ihrem einzelstaatlichen Recht in einem vergleichbaren Fall vorgesehen sind, um den Schutz der geschützten Person zu gewährleisten, es sei denn, sie beschließt, einen der Gründe für die Nichtanerkennung nach Artikel 10 geltend zu machen.