16. herinnert eraan dat goed bestuur in de sport een voorwaarde is voor de autonomie en de zelfregulering van sportorganisaties, overeenkomstig de beginselen van transparantie, verantwoordingsplicht en democratie, en wijst op de noodzaak van een beleid van nultolerantie met betrekking tot corruptie in de sport; benadrukt de behoefte aan een juiste vertegenwoordiging van alle belanghebbenden in het besluitvormingsproces, en merkt op dat goede praktijken van andere sportorganisaties overgenomen kunnen worden;
16. weist darauf hin, dass ein solider Ordnungsrahmen im Sport eine Voraussetzung für die Autonomie und die Selbstregulierung von Sportverbänden im Einklang mit den Grundsätzen der Transparenz, der Rechenschaftspflicht und der Demokratie bildet, und betont, dass es bei Korruption im Sport keine Toleranz geben darf; betont, dass alle Interessenträger im Entscheidungsprozess angemessen vertreten sein müssen, und stellt fest, dass bewährte Verfahren anderer Sportverbände übernommen werden können;