In zoverre het Hof in de prejudiciële vraag wordt verzocht zich uit te spreken over de grondwettigheid van artikel 9 van het besluit van de Regent van 18 maart 1831, valt die vraag niet onder de bevoegdheid van het Hof en, in zoverre zij betrekking heeft op artikel 84 van het BTW-Wetboek, behoeft zij geen antwoord.
Insofern der Hof in der präjudiziellen Frage gebeten wird, sich zur Verfassungsmässigkeit von Artikel 9 des Erlasses des Regenten vom 18. März 1831 zu äussern, gehört diese Frage nicht zum Zuständigkeitsbereich des Hofes, und insofern sie sich auf Artikel 84 des Mehrwertsteuergesetzbuches bezieht, bedarf sie keiner Antwort.