2. Naast de in lid 1 bedoelde gevallen neemt iedere lidstaat de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat rechtspersonen aansprakelijk kunnen worden gesteld wanneer, ten gevolge van gebrekkig toezicht of gebrekkige controle door een in lid 1 bedoelde persoon, een in de artikelen 2 en 3 bedoeld strafbaar feit ten voordele van die rechtspersoon kon worden gepleegd door een onder diens gezag staande persoon.
(2) Neben den in Absatz 1 vorgesehenen Fällen trifft jeder Mitgliedstaat die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass eine juristische Person verantwortlich gemacht werden kann, wenn mangelnde Überwachung oder Kontrolle seitens einer der in Absatz 1 genannten Personen die Begehung einer Straftat im Sinne der Artikel 2 und 3 zugunsten der juristischen Person durch eine ihr unterstellte Person ermöglicht hat.