De verwijzende rechtscolleges vragen of artikel 39, § 1, van de Arbeidsovereenkomstenwet discriminerend is indien het zo wordt geïnterpreteerd dat bij het bepalen van de opzeggingsvergoeding in geval van ontslag, door de werkgever, van een werknemer van vijfti
g jaar en ouder die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd op grond van het tijdskrediet met toepassing van de cao nr. 77bis, wordt uitgegaan van het « lopend loon » voor de verminderde arbeidsprestaties, terwijl bij het bepalen van de opzeggingsvergoeding in geval van ontslag, door de werkgever, van een werknemer die zijn arbeidsprestaties
...[+++] heeft verminderd op grond van het ouderschapsverlof, moet worden uitgegaan van het loon waarop hij recht zou hebben alsof hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.Die vorlegenden Rechtsprechungsorgane fragen, ob Artikel 39 § 1 des Gesetzes über die Arbeitsverträge diskriminierend sei, wenn er so ausgelegt werde, dass bei der Festlegung der Entlassungsentschädigung im Falle der Entlassung eines Arbeitnehmers von fünfzig Jahren und älter, der se
ine Arbeitsleistungen aufgrund des Zeitkredits in Anwendung des kollektiven Arbeitsabkommens Nr. 77bis verkürzt habe, durch den Arbeitgeber, von der « laufenden Entlohnung » für die verkürzten Arbeitsleistungen ausgegangen werde, während bei der Festlegung der Entlassungsentschädigung im Fall einer Entlassung eines Arbeitnehmers, der seine Arbeitsleistungen i
...[+++]m Rahmen des Elternurlaubs verkürzt habe, durch den Arbeitgeber, von der Entlohnung ausgegangen werden müsse, auf die er Anspruch haben würde, wenn er seine Arbeitsleistungen nicht verkürzt hätte.