De Commissie vreest er echter voor, dat de opbrengsten
voor de Nederlandse Staat kunnen worden verminderd door de tenuitvoerlegging van twe
e bepalingen van de aandeelhoudersovereenkomst, die twee theoretische doch niet onmogelijke gebeurtenissen betreffen, n.l. : - de verkoop van het overblijvende aandeel van de Nederlandse Staat in 1998 tegen de helft van de prijs indien een van de beide industriële partijen de joint-venture verlaat, - en een overschrijding van de overeengekomen limiet voor de verliesdekking voor de Nederlandse Staat
...[+++].
Die Kommission stellt jedoch fest, daß die dem niederländischen Staat zufließenden Erlöse durch die Anwendung zweier Klauseln der Aktionärsvereinbarung, die zwei zwar theoretische, aber nicht gänzlich auszuschließende Ereignisse betreffen, geringer ausfallen könnten. Diese Klauseln betreffen: - einen Verkauf des verbleibenden Anteils des niederländischen Staates zum halben Preis im Jahre 1998 für den Fall, daß ein Industriepartner oder beide Industriepartner aus dem Gemeinschaftsunternehmen austreten; - eine Überschreitung der vereinbarten Verlustausgleichsbegrenzung für den niederländischen Staat.