Met het oog op de totstandbrenging van vrede en stabiliteit voor de bevolking in de regio van voormalig Joegoslavie, en met name gezien de noodzaak de veiligheid van de gedurende de vredesimplementatie in Bosnie- Herzegovina en Kroatie ingezette internationale troepenmacht en het aldaar werkzame burgerpersoneel te verzekeren, is de Europese Unie van oordeel dat de exporterende landen ook na de opheffing van het wapenembargo krachtens VN-resolutie 1021 zich terughoudend zullen moeten opstellen.
Die Europäische Union ist im Hinblick darauf, daß Frieden und Stabilität für die Bevölkerung im Gebiet des ehemaligen Jugoslawiens gesichert werden müssen, und insbesondere angesichts der Notwendigkeit, die Sicherheit der nach Bosnien-Herzegowina und Kroatien entsandten internationalen Truppen und des Zivilpersonals während des Friedensprozesses zu gewährleisten, der Auffassung, daß auch nach Aufhebung des Waffenembargos gegenüber den Staaten des ehemaligen Jugoslawiens gemäß der Resolution Nr. 1021 des VN-Sicherheitsrats Beschränkungen von seiten der Ausfuhrländer notwendig sind.