Aldus dienen de werkende rechters, indien zij niet voor de weg van de in artikel 259octies, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde stage hebben gekozen, te zijn geslaagd voor het bij artikel 259bis-9, § 1, van hetzelfde Wetboek voorgeschreven examen inzake beroepsbekwaamheid.
So müssen die effektiven Richter, wenn sie sich nicht für das in Artikel 259octies § 2 des Gerichtsgesetzbuches vorgesehene Praktikum entschieden haben, die durch Artikel 259bis-9 § 1 desselben Gesetzbuches vorgeschriebene Prüfung der beruflichen Eignung bestanden haben.