Als enig middel wordt door de verzoekende partijen een schending aangevoerd van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, omdat door de bestreden bepalingen verschillende stelsels inzake de registratietermijn, de registratieverplichting en de registratiekosten tot stand komen, enerzijds, voor de huurovereenkomsten die uitsluitend bestemd zijn voor huisvesting van een gezin of van één persoon en, anderzijds, voor de andere huurovereenkomsten dan wel de huurovereenkomsten die hoofdzakelijk bestemd zijn voor huisvesting, maar bijkomstig voor de functie of de bedrijvigheid van de huurder.
Als einzigen Klagegrund führen die klagenden Parteien einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung an, weil durch die angefochtenen Bestimmungen unterschiedliche Regelungen über die Registrierungsfrist, die Registrierungsverpflichtung und die Registrierungskosten eingeführt würden, und zwar einerseits für die Mietverträge, die ausschliesslich die Unterkunft für eine Familie oder eine Einzelperson bezwecken, und andererseits für die anderen Mietverträge als diejenigen, die hauptsächlich die Unterkunft bezwecken, jedoch nebensächlich die Funktion oder die Erwerbstätigkeit des Mieters.