In het licht van de ernstige schending van de grondrechten van Daw Aung San Suu Kyi acht de Raad het gepast de leden van de rechterlijke macht die voor het vonnis verantwoordelijk zijn, op te nemen in de in bijlage II bij Gemeenschappelijk Standpunt 2006/318/GBVB vervatte lijst van personen en entiteiten voor wie een reisverbod en een bevriezing van tegoeden gelden.
Angesichts der Schwere der Verletzungen der Grundrechte von Daw Aung San Suu Kyi hält der Rat es für angemessen, die für das Urteil verantwortlich zeichnenden Richter in die in Anhang II zum Gemeinsamen Standpunkt 2006/318/GASP enthaltene Liste der Personen und Einrichtungen, für die ein Reiseverbot gilt und deren Vermögen einzufrieren ist, aufzunehmen.