2. onderstreept dat de begroting een afspiegeli
ng moet zijn van de feitelijke budgettaire behoeften en moet stroken met het beginsel van begrotingsdiscipline en een verantwoord gebruik van het geld van de burgers en dat de instelling een meer operationeel gerichte benadering van de begroting moet volgen; wijst erop dat een kosten-batenanalyse voor de ins
telling moet worden uitgevoerd om de gevolgen van het zelf ingestelde plafond in rubriek 5 te
kunnen beoordelen; heeft besloten ...[+++]dat als wordt gekozen voor het plafond van 20%, dit percentage de bovengrens van de begroting moet vormen; wenst daarom pas een standpunt in te nemen over de 20%-grens in de eerste lezing;
2. betont, dass der Haushaltsplan den tatsächlichen Haushaltsbedarf widerspiegeln sollte und dass das Organ künftig einen stärker operativ ausgerichteten Ansatz in Bezug auf den Haushaltsplan verfolgen sollte; betont, dass das Organ eine Kosten-Nutzen-Analyse durchführen muss, um die Auswirkungen der selbst gesetzten Obergrenze in Rubrik 5 zu bewerten; behält sich seine Stellungnahme zur 20%-Grenze daher bis zur ersten Lesung vor;