Bij het voormelde arrest nr. 27/2014 preciseert het Hof in B.14.1 inderdaad : « Er kan evenmin worden aangevoerd, in tegenstelling tot wat de verzoekende partij voor de Raad van State beweert, dat de niet-recycleerbare en niet-herbruikbare afvalstoffen van hout niet vergelijkbaar zijn met de afvalstoffen van hout die kunnen worden hergebruikt of gerecycleerd.
Im vorerwähnten Entscheid Nr. 27/2014 präzisiert der Verfassungsgerichtshof in B.14.1 tatsächlich Folgendes: « Es kann ebenfalls, im Gegensatz zu dem, was die vor dem Staatsrat klagende Partei behauptet, nicht angeführt werden, dass nicht wiederverwendbare und nicht wiederverwertbare Holzabfälle nicht mit den Holzabfällen vergleichbar wären, die wiederverwendet oder wiederverwertet werden könnten.