a. Bij vijf arresten respectievelijk nr. 239.510 van 24 oktober 2017 in zake Chaïma Aikar, nr. 239.552 van 25 oktober 2017 in zake Mathilde Bouchonville, nr. 239.553 van 25 oktober 2017 in zake Khadija Bouchal, nr. 239.555 van 25 oktober 2017 in zake Berna Korkmazer en nr. 239.554 van 25 oktober 2017 in zake Javeria Goher, tegen de « Université libre de Bruxelles », de Franse Gemeenschap en de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 8 november 2017, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld :
a. In fünf Entscheiden Nr. 239. 510 vom 24. Oktober 2017 in Sachen Chaïma Aikar, Nr. 239. 552 vom 25. Oktober 2017 in Sachen Mathilde Bouchonville, Nr. 239. 553 vom 25. Oktober 2017 in Sachen Khadija Bouchal, Nr. 239. 555 vom 25. Oktober 2017 in Sachen Berna Korkmazer und Nr. 239. 554 vom 25. Oktober 2017 in Sachen Javeria Goher gegen die « Université libre de Bruxelles », die Französische Gemeinschaft und den belgischen Staat, deren Ausfertigungen am 8. November 2017 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Staatsrat folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: