De periode waarin de vergunning bedoeld in artikel D.VI.48, 2°, het voorwerp uitmaakt van een beroep bij de Raad van State loopt vanaf de dag van indiening van verzoek tot de dag van ontvangst van het eindarrest door de Regering, of door de overheid die de vergunning verleend heeft als het Gewest geen hoedanigheid van partij in de zaak heeft.
Der Zeitraum, im Laufe dessen die Genehmigung im Sinne von Artikel D.VI.48 Ziffer 2 Gegenstand einer Beschwerde beim Staatsrat ist, läuft ab dem Tag der Einreichung des Antrags bis zum Tag des Empfangs des endgültigen Urteils durch die Regierung oder durch die Behörde, die die Genehmigung ausgestellt hat, wenn die Region nicht die Eigenschaft einer am Verfahren beteiligten Partei hat.