Volgens de verzoekster zou uit het arrest van het Hof nr. 43/98 voortvloeien dat het Hof de kandidaat-vluchtelingen die voor de Raad van State een negatieve beslissing bestrijden, « op voet van gelijkheid » plaatst, ongeacht of die negatieve beslissing op de ontvankelijkheid of op de grond van de asielaanvraag slaat.
Nach Darlegung der Klägerin gehe aus dem Urteil des Hofes Nr. 43/98 hervor, dass dieser die Asylbewerber, die vor dem Staatsrat eine abschlägige Entscheidung anfechten würden, « strikt gleich behandelt », gleich, ob sie sich auf die Zulässigkeit oder auf die Begründetheit des Asylsantrags beziehe.