In de toelichting van dat voorstel wordt aangegeven dat, aangezien de basis voor de invordering van de vergoedingen gedeeltelijk door de Raad van State werd vernietigd, « het wenselijk [is] om door middel van een wet een meer rechtszekere grondslag aan de betrokken bijdragen te verlenen, in uitvoering van het tussengekomen vernietigingsarrest » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-3072/001, p. 5).
In den Erläuterungen zu diesem Vorschlag heisst es, angesichts dessen, dass die Erhebungsgrundlage der Gebühren teilweise durch den Staatsrat für nichtig erklärt worden sei, « erscheint es wünschenswert, in Anwendung des Nichtigerklärungsurteils ein Gesetz anzunehmen, das mit grösserer Sicherheit die Rechtsgrundlage für die Erhebung der betreffenden Beträge festlegt » (Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-3072/001, S. 5).