Art. 4. De Vlaamse regering waarborgt voorafgaand aan het verlenen van de in
artikel 3 bedoelde stedenbouwkundige vergunningen, behoudens hetgeen bepaald is in dit decreet, de toepassing van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, de artikelen 14 en 16, § 1, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, de richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectenbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, de artikelen 3 en 4 van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand
...[+++]en artikel 6, leden 2 tot 4, van de richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.Art. 4. Die Flämische Regierung gewährleistet vor der Erteilung der in Artikel 3
genannten städtebaulichen Genehmigungen, vorbehaltlich der Bestimmungen dieses Dekrets, die Anwendung des Dekrets vom 18. Mai 1999 zur Organisation der Raumordnung, die Anwendung der Artikel 14 und 16 § 1 des Dekrets vom 21. Oktober 1997 über die Naturerhaltung und die natürlichen Lebensräume, die Anwendung der Richtlinie 85/337/EWG des Rates vom 27. Juni 1985 über die Umweltverträglichkeitsprüfung bei bestimmten öffentlichen und privaten Projekten, die Anwendung der Artikel 3 und 4 der Richtlinie 79/409/EWG des Rates vom 2. April 1979 über die Erhaltung de
...[+++]r wildlebenden Vogelarten und die Anwendung von Artikel 6 Absätze 2 bis 4 der Richtlinie 92/43/EWG des Rates vom 21. Mai 1992 zur Erhaltung der natürlichen Lebensräume sowie der wildlebenden Tiere und Pflanzen.