Traduction de «steeds duidelijk verschilt » (Néerlandais → Allemand) :

De impact van de crisis is nog steeds duidelijk voelbaar, met name op de arbeidsmarkt. De werkloosheid in de EU blijft hoog en de situatie verschilt sterk van lidstaat tot lidstaat.
Die Folgen der Krise sind nach wie vor deutlich spürbar, besonders auf dem Arbeitsmarkt. So ist die Arbeitslosenquote auf EU-Ebene weiterhin sehr hoch, wobei die Lage in den einzelnen Mitgliedstaaten sehr unterschiedlich aussieht.

7. merkt op dat de toegankelijkheid van informatie over antimicrobiële resistentie en het effect daarvan op het consumptiegedrag van de burgers binnen de Unie nog steeds duidelijk verschilt, inzonderheid wat betreft de handhaving van de wetgeving inzake receptplichtige antibiotica, aangezien het percentage receptvrij verkochte antibiotica in 2008 van lidstaat tot lidstaat sterk bleek te verschillen;
7. weist darauf hin, dass unionsweit in unterschiedlichem Maße Zugang zu Informationen über die Resistenz gegen antimikrobielle Wirkstoffe besteht, sodass das Konsumverhalten der Unionsbürger in unterschiedlichem Maße beeinflusst wird, gerade was die Umsetzung der Rechtsvorschriften zum verschreibungspflichtigen Einsatz von Antibiotika betrifft, denn zwischen den einzelnen Mitgliedstaaten bestehen beim Anteil der 2008 ohne Rezept verkauften Antibiotika starke Unterschiede;

Er bestaat op vele punten nog steeds een duidelijke kloof tussen de minder en de meer ontwikkelde EU-regio's en de vooruitgang verschilt sterk van land tot land en van thema tot thema: in 9 landen lag het geaggregeerde selectiepercentage boven de 40%, terwijl dat in vier lidstaten beneden de 20% lag.
Es gibt immer noch ein offensichtliches Gefälle zwischen den weniger entwickelten und den höher entwickelten EU-Regionen in vielen Aspekten, und der Fortschritt ist je nach Land und Thema sehr unterschiedlich; die aggregierten Auswahlquoten variieren zwischen über 40 % im Falle von neun Mitgliedstaaten und unter 20 % für vier Mitgliedstaaten.

8. benadrukt, bijvoorbeeld, dat het concurrentievermogen van de regio’s in sterke mate afhangt van de productiviteit, de toegankelijkheid van markten en het scholingsniveau van de beroepsbevolking, die duidelijk sterker verschilt tussen regio’s dan tussen lidstaten; merkt voorts op dat institutionele factoren steeds meer worden gezien als de belangrijkste pijlers van concurrentievermogen, zoals de kwaliteit van maatschappelijk kapitaal in de vorm van bedrijfscultuur en gedeelde gedragsnormen, die samenwerking en ondernemingsgeest bevorderen, alsmede het efficiënt functioneren van overheidsinstellingen,
8. weist zum Beispiel nachdrücklich darauf hin, dass die Wettbewerbsfähigkeit der Regionen sehr stark von Produktivität, der Zugänglichkeit der Märkte und von der Qualifikation der Arbeitskräfte abhängt, wobei die Unterschiede zwischen den Regionen wesentlich höher sind als zwischen den Mitgliedstaaten; stellt ferner fest, dass institutionelle Faktoren zunehmend als Schlüsselelemente für die Wettbewerbsfähigkeit betrachtet werden, wobei zu diesen Faktoren die Ausstattung mit Sozialkapital in Form von Unternehmenskultur und gemeinsamen Verhaltensnormen, die die Zusammenarbeit und die unternehmerische Tätigkeit erleichtern, und ebenfalls die Effizienz der öffentlichen Verwaltung gehören;

8. benadrukt, bijvoorbeeld, dat het concurrentievermogen van de regio's in sterke mate afhangt van de productiviteit, de toegankelijkheid van markten en het scholingsniveau van de beroepsbevolking, die duidelijk sterker verschilt tussen regio's dan tussen lidstaten; merkt voorts op dat institutionele factoren steeds meer worden gezien als de belangrijkste pijlers van concurrentievermogen, zoals de kwaliteit van maatschappelijk kapitaal in de vorm van bedrijfscultuur en gedeelde gedragsnormen, die samenwerking en ondernemingsgeest bevorderen, alsmede het efficiënt functioneren van overheidsinstellingen;
8. weist zum Beispiel nachdrücklich darauf hin, dass die Wettbewerbsfähigkeit der Regionen sehr stark von Produktivität, der Zugänglichkeit der Märkte und von der Qualifikation der Arbeitskräfte abhängt, wobei die Unterschiede zwischen den Regionen wesentlich höher sind als zwischen den Mitgliedstaaten; stellt ferner fest, dass institutionelle Faktoren zunehmend als Schlüsselelemente für die Wettbewerbsfähigkeit betrachtet werden, wobei zu diesen Faktoren die Ausstattung mit Sozialkapital in Form von Unternehmenskultur und gemeinsamen Verhaltensnormen, die die Zusammenarbeit und die unternehmerische Tätigkeit erleichtern, und ebenfalls die Effizienz der öffentlichen Verwaltung gehören;