Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "stelde het hof dat artikel 20 vweu zich verzet " (Nederlands → Duits) :

In het Zambrano-arrest[9] stelde het Hof dat artikel 20 VWEU zich verzet tegen nationale maatregelen die tot gevolg kunnen hebben dat burgers van de Unie het effectieve genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten.

Im Urteil in der Rechtssache Zambrano[9] entschied der Gerichtshof, dass Artikel 20 AEUV einzelstaatliche Maßnahmen ausschließt, durch die es den Unionsbürgern unmöglich würde, den Kernbestand der Rechte, die ihnen der Unionsbürgerstatus verleiht, in Anspruch zu nehmen.


In het Zambrano-arrest[9] stelde het Hof dat artikel 20 VWEU zich verzet tegen nationale maatregelen die tot gevolg kunnen hebben dat burgers van de Unie het effectieve genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten.

Im Urteil in der Rechtssache Zambrano[9] entschied der Gerichtshof, dass Artikel 20 AEUV einzelstaatliche Maßnahmen ausschließt, durch die es den Unionsbürgern unmöglich würde, den Kernbestand der Rechte, die ihnen der Unionsbürgerstatus verleiht, in Anspruch zu nehmen.


In de hypothese dat het Hof van Justitie van oordeel zou zijn dat de in het geding zijnde waarborgregeling nieuwe staatssteun vormt die tot uitvoering is gebracht vóór de aanneming of de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 3 maart 2011 of op een van beide data, zou nog moeten worden bevestigd dat artikel 108, lid 3, van het VWEU zich verzet tegen de aanneming van een dergelijk koninklijk besluit, da ...[+++]

Falls der Europäische Gerichtshof den Standpunkt vertreten sollte, dass die fragliche Garantieregelung eine neue staatliche Beihilfe darstellt, die vor der Annahme oder dem Inkrafttreten des königlichen Erlasses vom 3. März 2011 oder an einem dieser beiden Daten zur Durchführung gebracht wurde, wäre noch zu bestätigen, dass Artikel 108 Absat ...[+++]


Verzet artikel 56 VWEU zich tegen een nationale belastingregeling volgens welke financiële instellingen die geen ingezetenen van Portugal zijn, zijn onderworpen aan inkomstenbelasting over op het grondgebied van deze lidstaat vervallen rente die tegen het definitieve tarief van 20 % (of minder indien zo is bepaald in een dubbelbelastingverdrag) als bronheffing wordt geheven over de bruto-inkomsten zonder dat de rechtstreeks met de uitoefening van de financiële activiteit verbonden bedrijfskosten kunnen worden afgetrokken, terwijl de door ingezeten financi ...[+++]

Steht Art. 56 AEUV einer Regelung des nationalen Steuerrechts entgegen, nach der nicht in Portugal ansässige Finanzinstitute einer Steuer auf den in Portugal erzielten Zinsertrag unterliegen, die an der Quelle mit einem definitiven Steuersatz von 20 % (oder einem geringeren Steuersatz bei Vorliegen eines Abkommens zur Vermeidung der Doppelbesteuerung) erhoben wird, und dieser Steuersatz auf den Bruttoertrag angewandt wird, ohne die Möglichkeit eines Abzugs von unmittelbar mit der Ausübung der Finanztätigkeit in Zusammenhang stehenden Betriebsausgaben, w ...[+++]


Verzet het Unierecht, meer in het bijzonder artikel 56 VWEU, artikel 9 van richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn), de artikelen 3, 5 en 7 van richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn), de artikelen 2 en 4 van richtlijn 2002/77/EG (mededingingsrichtlijn) en artikel 258 VWEU, alsmede de beginselen van non-discriminatie, transparantie, vrijheid van mededinging, evenredigheid, doeltreffendheid en pluralisme op informatiegebied, zich tegen de ...[+++]

Stehen das Unionsrecht und insbesondere Art. 56 AEUV, Art. 9 der Richtlinie 2002/21 (sog. Rahmenrichtlinie), die Art. 3, 5 und 7 der Richtlinie 2002/20 (sog. Genehmigungsrichtlinie) und die Art. 2 und 4 der Richtlinie 2002/77 (sog. Wettbewerbsrichtlinie) und Art. 258 AEUV sowie die Grundsätze der Nichtdiskriminierung, der Transparenz, der Wettbewerbsfreiheit, der Verhältnismäßigkeit, der Effektivität und der Informationsvielfalt der Umgestaltung des Frequenzvergabeplans unter Verminderung der nationalen Netze von 25 auf 22 (wobei den ...[+++]


Verzet het Unierecht, meer in het bijzonder artikel 56 VWEU, artikel 9 van richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn), de artikelen 3, 5 en 7 van richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn), de artikelen 2 en 4 van richtlijn 2002/77/EG (4) (mededingingsrichtlijn) alsmede de beginselen van non-discriminatie, transparantie, vrijheid van mededinging, evenredigheid, doeltreffendheid en pluralisme op informatiegebied, zich tegen de nietigverklari ...[+++]

Stehen das Unionsrecht und insbesondere Art. 56 AEUV, Art. 9 der Richtlinie 2002/21 (sog. Rahmenrichtlinie), die Art. 3, 5 und 7 der Richtlinie 2002/20 (sog. Genehmigungsrichtlinie) und die Art. 2 und 4 der Richtlinie 2002/77/EG (4) (sog. Wettbewerbsrichtlinie), sowie die Grundsätze der Nichtdiskriminierung, der Transparenz, der Wettbewerbsfreiheit, der Verhältnismäßigkeit, der Effektivität und der Informationsvielfalt der Nichtigerklärung des beauty contest-Verfahrens — das ausgeschrieben worden war, um im System der Zuteilung der di ...[+++]


98. Dienaangaande volgt uit vaste rechtspraak van het Hof dat op grond van artikel 107, lid 1, VWEU moet worden bepaald of een nationale maatregel in het kader van een bepaalde rechtsregeling ' bepaalde ondernemingen of bepaalde producties ' begunstigt ten opzichte van andere die zich, gelet op de doelstelling van de betrokken regeling, in een feitelijk en juridisch vergelijkbare situatie bevinden (arresten van 28 juli 2011 ...[+++]

98. Nach ständiger Rechtsprechung des Gerichtshofs verlangt Art. 107 Abs. 1 AEUV insoweit die Feststellung, ob eine nationale Maßnahme im Rahmen einer bestimmten rechtlichen Regelung geeignet ist, ' bestimmte Unternehmen oder Produktionszweige ' gegenüber anderen Unternehmen oder Produktionszweigen zu begünstigen, die sich im Hinblick auf das mit der betreffenden Regelung verfolgte Ziel in einer vergleichbaren tatsächlichen und rechtlichen Situation befinden (Urteile vom 28. Juli 2011 ...[+++]


Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 26 november 2014 in zake Khalid Oussaih, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 december 2014, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt ...[+++] 2 van het koninklijk besluit nr. 236 van 20 januari 1936 tot vereenvoudiging van sommige vormen van de strafvordering ten opzichte van de gedetineerden, bekrachtigd bij de wet van 4 mei 1936, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre een beklaagde die bij verstek is veroordeeld en zich in een strafinrichting in hechtenis bevindt, enkel verzet kan doen tegen de veroordelingen in strafzaken die zijn uitgesproken door de hoven van beroep, de correctionele rechtbanken en de politierechtbanken, door middel van een verklaring aan de attaché-gevangenisdirecteur of adviseur-gevangenisdirecteur van de strafinrichting of aan zijn gemachtigde, op voorwaarde dat hij het vereiste bedrag om de kosten van de akte van deurwaarder te dekken niet in zijn bezit heeft, terwijl, krachtens artikel 1 van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, in de strafinrichtingen de verklaringen van hoger beroep of van voorziening in verbreking in strafzaken onbeperkt kunnen worden gedaan aan de bestuurders van die inrichtingen of aan hun gemachtigde door de personen die erin opgesloten zijn ?

Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 24. November 2014 in Sachen Khalid Oussaih, dessen Ausfertigung am 12. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2 des königlichen Erlasses Nr. 236 vom 20. Januar 1936 zur Vereinfa ...[+++]


Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 20 januari 1936 in zoverre de woorden « en het vereischte bedrag niet in zijn bezit heeft om de kosten van de ...[+++]

Aus der Begründung der Vorlageentscheidung geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 2 Absatz 1 des königlichen Erlasses vom 20. Januar 1936 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention, zu befinden, insofern durch die Wörter « und nicht im Besitz der erforderlichen Summe zur Deckung der Kosten de ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'stelde het hof dat artikel 20 vweu zich verzet' ->

Date index: 2024-11-28
w