Om deze tendens te keren, stelde Taliban-leider Mullah Omar naar verluidt een verbod op de papaverteelt in op “religieuze gronden”, hetgeen in 2000 resulteerde in een van de laagste opiumproductieniveaus ooit.
Es wird behauptet, der Führer der Taliban, Mullah Omar, habe, um diese Tendenz zu stoppen, ein Verbot des Mohnanbaus „aus religiösen Gründen“ ausgesprochen. Dies führte 2000 zum niedrigsten Stand der Opiumproduktion.