De Raad van State is van oordeel dat dat artikel 25, b, rechtstreeks werking heeft en het Hof is van mening dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden zouden zijn door een wetgeving die op onevenredige wijze de vrijheid van elkeen om te stemmen voor de kandidaat van zijn keuze en om zich kandidaat te stellen bij de verkiezingen of die tot gevolg heeft dat de essentie van het kiesrecht wordt aangetast of de effectiviteit ervan teniet wordt gedaan.
Der Staatsrat vertrete den Standpunkt, dass dieser Artikel 25 Buchstabe b direkt anwendbar sei, und der Hof ist der Ansicht, dass eine Gesetzgebung, die auf unverhältnismässige Weise die Freiheit eines jeden, für den Kandidaten seiner Wahl zu stimmen und zu kandidieren, beeinträchtige oder die zur Folge habe, das Wesen des Wahlrechtes zu verletzen oder dessen Effizienz zunichte zu machen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse.