Ingevolge artikel 136 van het Verdrag stellen de Gemeenschap en de lidstaten zich, indachtig de sociale grondrechten zoals vastgelegd in het op 18 oktober 1961 te Turijn ondertekende Sociale Handvest, in het herziene Sociaal Handvest van de Raad van Europa (1996), in het bijzonder artikel 30 daarvan betreffende het recht op bescherming tegen armoede en uitsluiting en in het Gemeenschaps-handvest van de sociale grondrechten van de werkenden van 1989, en indachtig de rechten en beginselen zoals erkend door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie , dat op 7 december 2000 gezamenlijk door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is afgekondigd , ten doel uitsluiting te bestrijden.
Gemäß Artikel 136 des Vertrags verfolgen die Gemeinschaft und die Mitgliedstaaten eingedenk der sozialen Grundrechte, wie sie in der am 18. Oktober 1961 in Turin unterzeichneten Europäischen Sozialcharta, in der revidierten Sozialcharta des Europarates (1996), insbesondere in deren Artikel 30 über das Recht auf Schutz vor Armut und sozialer Ausgrenzung, und in der Gemeinschaftscharta der sozialen Grundrechte der Arbeitnehmer von 1989 festgelegt sind, sowie eingedenk der Rechte und Grundsätze, die in der vom Europäischen Parlament, vom Rat und von der Kommission am 7. Dezember 2000 gemeinsam verkündeten Charta der Grundrechte der Europäischen Union anerkannt sind, das Ziel der Bekämpfung von Ausgrenzungen.