(b) de Unie in staat stellen haar doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling te verwezenlijken, waaronder een vermindering van de broeikasgasemissies met ten minste 20%, een toename van de energie-efficiëntie met 20% en een verhoging van het aandeel van hernieuwbare energie tot 20% tegen 2020 om zo bij te dragen aan de decarbonisatiedoelstellingen van de Unie voor de middellange en lange termijn, en tegelijk grotere solidariteit tot stand te brengen tussen de lidstaten.
(b) Sie soll der Union die Erreichung ihrer Ziele in Bezug auf eine nachhaltige Entwicklung ermöglichen, unter anderem bis 2020 die Treibhausgasemissionen um mindestens 20 % gegenüber dem Niveau von 1990 zu senken, die Energieeffizienz um 20 % zu steigern und den Anteil der erneuerbaren Energien auf 20 % anzuheben, um so zur Erreichung der mittel- und langfristigen Ziele der Union hinsichtlich der Verringerung der CO2-Emissionen beizutragen, und dabei eine größere Solidarität zwischen den Mitgliedstaaten gewährleisten.