7. stelt met bezorgdheid vast dat de Rekenkamer opnieuw meldde dat de betalingskredieten voor titel II (administratieve uitgaven) ten bedrage van 9 600 000 miljoen EUR naar 2012 zijn overgedragen, wat neerkomt op 29% van de begrotingsgelden van titel II, en dat voor titel III (beleidsuitgaven) kredietoverdrachten van 10 300 000 miljoen EUR hebben plaatsgevonden, wat 34% van de begrotingsgelden van deze titel vertegenwoordigt; acht dit niveau van overdrachten buitensporig hoog en in strijd met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit;
7. ist besorgt darüber, dass der Rechnungshof erneut berichtet, dass bei Titel II („Verwaltungsausgaben“) Mittel für Zahlungen in Höhe von 9 600 000 EUR, d. h. 29 % des Mittelvolumens von Titel II, auf das Jahr 2012 übertragen wurden, sowie Mittel für Zahlungen in Höhe von 10 300 000 EUR bei Titel III („Operative Ausgaben“), d. h. 34 % des Mittelvolumens von Titel III; vertritt die Auffassung, dass dieses Übertragungsvolumen übermäßig hoch ist und mit ihm gegen den Haushaltsgrundsatz der Jährlichkeit verstoßen wird;