Vertaling van "stemmen de bevoegde " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

besluitvorming met omgekeerde eenparigheid van stemmen | omgekeerde eenparigheid van stemmen | procedure met omgekeerde eenparigheid van stemmen
negative Einstimmmigkeit | Verfahren der negativen Einstimmigkeit

telling van de stemmen [ opneming van de stemmen ]
Stimmenzählung [ Auszählung der Stimmen ]

volstrekte meerderheid van stemmen | absolute meerderheid van stemmen
absolute Mehrheit der Stimmen | absolute Stimmenmehrheit

staking van stemmen | gelijkheid van stemmen
Stimmengleichheit

meerderheid van stemmen
Stimmenmehrheit

stemmen van de wet
Verabschiedung des Gesetzes

de kandidaat die de meeste stemmen op zich verenigt | de kandidaat die het grootste aantal stemmen heeft verkregen
der Bewerber mit der höchsten Stimmenzahl

bevoegde autoriteit | bevoegde instantie
zuständige Stelle

contacten leggen met de bevoegde agentschappen die betrokken zijn bij het beheer van het vliegveld | contacten onderhouden met de bevoegde agentschappen die betrokken zijn bij het beheer van het vliegveld
mit am Flugfeldmanagement beteiligten maßgeblichen Stellen zusammenarbeiten

beding tot aanwijzing van een bevoegde rechter
Zuständigkeitsklausel | Gerichtsstandsklausel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat het Hof niet bevoegd is om de gestelde prejudiciële vraag te beantwoorden.
Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof, beschränkte Kammer, einstimmig entscheidend, stellt fest, dass der Gerichtshof nicht zuständig ist, auf die gestellte Vorabentscheidungsfrage zu antworten.

Als de Unie bevoegd is, mag de Unie stemmen voor al haar leden met stemrecht, zonder rekening te houden met de fysieke aanwezigheid van die leden tijdens de stemming. Als de Unie haar lidstaten vertegenwoordigt, kan het quorum dus anders zijn dan als de lidstaten van de Unie in eigen naam stemmen.
Bei Fragen, die in die Zuständigkeit der Union fallen, kann die Union im Namen aller ihrer Mitgliedstaaten abstimmen, unabhängig davon, ob deren Vertreter bei der Abstimmung anwesend sind oder nicht. Die Beschlussfähigkeit kann somit variieren, je nachdem, ob die Union ihre Mitgliedstaaten vertritt oder die Mitgliedstaaten der Union in eigenem Namen abstimmen.

Deze richtlijn heeft ten doel het strafrecht van de lidstaten inzake aanvallen op informatiesystemen onderling af te stemmen door minimumvoorschriften vast te stellen voor de definitie van strafbare feiten en de relevante sancties, en de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten, waaronder de politie en andere gespecialiseerde rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten, alsook de bevoegde gespecialiseerde agentschappen en organen van de Unie, zoals Eurojust, Europol en zijn Europees cybercriminaliteitscentrum, en het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa), te verbeteren.
Die Ziele dieser Richtlinie sind die Angleichung des Strafrechts der Mitgliedstaaten im Bereich Angriffe auf Informationssysteme, indem Mindestvorschriften zur Festlegung von Straftaten und einschlägigen Strafen festgelegt werden, sowie die Verbesserung der Zusammenarbeit zwischen den zuständigen Behörden einschließlich der Polizei und anderer spezialisierter Strafverfolgungsbehörden der Mitgliedstaaten sowie der zuständigen Agenturen und Einrichtungen der Union wie Eurojust, Europol und dessen Europäisches Zentrum zur Bekämpfung der Cyberkriminalität und der Europäischen Agentur für Netz- und Informationssicherheit (ENISA).

Binnen een maand na ontvangst van die kennisgeving stemmen de bevoegde autoriteiten, eventueel onder voorwaarden, in met deze wijzigingen of wijzen zij deze af.
Innerhalb eines Monats nach Erhalt dieser Mitteilung genehmigen die zuständigen Behörden diese Änderungen, schränken sie ein oder lehnen sie ab.

34. verzoekt de Commissie om in nauwere samenwerking met de lidstaten en de lokale bevoegde overheden middellange- en langetermijnprognoses op te stellen voor de vaardigheden waaraan de arbeidsmarkt behoefte heeft; vraagt de verantwoordelijke betrokkenen de werkgelegenheidssituatie te volgen om de basisberoepsopleiding en levenslang leren meer af te stemmen op de behoeften; vraagt de lidstaten en de bevoegde lokale overheden hun onderwijs- en opleidingsstelsels, met inbegrip van het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding, spoedig aan te passen door er met name het begrip duurzame economie in op te nemen, en ervoor te zorgen dat de kwalificeringsstelsels de toegang van jongeren tot nieuwe „groene” banen en „groene” sectoren bevorderen; wijst erop dat met de bevordering van groene banen duurzame werkgelegenheid van hoge kwaliteit kan worden gecreëerd, armoede en sociale uitsluiting kunnen worden aangepakt en voor ondersteunende diensten voor arbeidsvoorziening kan worden gezorgd;
34. fordert die Kommission auf, enger mit den Mitgliedstaaten und den zuständigen lokalen Behörden zusammenzuarbeiten, um mittel- und langfristige Prognosen über die auf dem Arbeitsmarkt notwendigen Kompetenzen zu erstellen; fordert die einschlägigen Interessenträger auf, die Beschäftigungslage im Hinblick darauf zu beobachten, größeres Gewicht auf grundlegende Berufsausbildung und das lebenslange Lernen zu legen; fordert die Mitgliedstaaten und die zuständigen lokalen Behörden auf, ihre Bildungs- und Ausbildungssysteme, auch die berufliche Bildung und Fortbildung, zügig anzupassen, und insbesondere das Konzept der nachhaltigen Wirtschaft einzubinden und sicherzustellen, dass Zugang zu Qualifikationsprogrammen besteht, damit sich jungen Menschen Zugänge zu neuen „grünen“ Arbeitsplätzen und „grünen“ Branchen eröffnen; weist darauf hin, dass durch die Förderung von „grünen“ Arbeitsplätzen hochwertige, nachhaltige Beschäftigungsmöglichkeiten geschaffen, Armut und soziale Ausgrenzung bekämpft und unterstützende Beschäftigungsdienste sichergestellt werden können;

36. verzoekt de Commissie om in nauwere samenwerking met de lidstaten en de lokale bevoegde overheden middellange- en langetermijnprognoses op te stellen voor de vaardigheden waaraan de arbeidsmarkt behoefte heeft; vraagt de verantwoordelijke betrokkenen de werkgelegenheidssituatie te volgen om de basisberoepsopleiding en levenslang leren meer af te stemmen op de behoeften; vraagt de lidstaten en de bevoegde lokale overheden hun onderwijs- en opleidingsstelsels, met inbegrip van het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding, spoedig aan te passen door er met name het begrip duurzame economie in op te nemen, en ervoor te zorgen dat de kwalificeringsstelsels de toegang van jongeren tot nieuwe "groene" banen en "groene" sectoren bevorderen; wijst erop dat met de bevordering van groene banen duurzame werkgelegenheid van hoge kwaliteit kan worden gecreëerd, armoede en sociale uitsluiting kunnen worden aangepakt en voor ondersteunende diensten voor arbeidsvoorziening kan worden gezorgd;
36. fordert die Kommission auf, enger mit den Mitgliedstaaten und den zuständigen lokalen Behörden zusammenzuarbeiten, um mittel- und langfristige Prognosen über die auf dem Arbeitsmarkt notwendigen Kompetenzen zu erstellen; fordert die einschlägigen Interessenträger auf, die Beschäftigungslage im Hinblick darauf zu beobachten, größeres Gewicht auf grundlegende Berufsausbildung und das lebenslange Lernen zu legen; fordert die Mitgliedstaaten und die zuständigen lokalen Behörden auf, ihre Bildungs- und Ausbildungssysteme, auch die berufliche Bildung und Fortbildung, zügig anzupassen, und insbesondere das Konzept der nachhaltigen Wirtschaft einzubinden und sicherzustellen, dass Zugang zu Qualifikationsprogrammen besteht, damit sich jungen Menschen Zugänge zu neuen „grünen“ Arbeitsplätzen und „grünen“ Branchen eröffnen; weist darauf hin, dass durch die Förderung von „grünen“ Arbeitsplätzen hochwertige, nachhaltige Beschäftigungsmöglichkeiten geschaffen, Armut und soziale Ausgrenzung bekämpft und unterstützende Beschäftigungsdienste sichergestellt werden können;

De Commissie is niet bevoegd om het gebruik van een systeem voor elektronisch stemmen voor te stellen.
Es würde nicht im Rahmen der Befugnisse der Kommission liegen, die Nutzung des elektronischen Abstimmungssystems vorzuschlagen.

Schendt artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, juncto artikel 259quinquies, § 1, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat tegen de aanstelling van bekleders van de adjunct-mandaten van ondervoorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel, door de bevoegde algemene vergaderingen ervan, en bij staking van stemmen, door de voorzitter van de bevoegde algemene vergadering, zonder enig optreden van een orgaan van de uitvoerende macht, geen beroep kan worden ingesteld bij de Raad van State die geschillen berecht op eis tot nietigverklaring, in tegenstelling tot de aanstellingen in de andere mandaten van korpsoverste vermeld in artikel 259quater van het Gerechtelijk Wetboek, voor welke mandaten de benoemingen geschieden door de Koning na voordracht van de Hoge Raad voor de Justitie en na met redenen omkleed advies van de algemene vergadering van het rechtscollege, zodat alleen de rechters die solliciteren naar een adjunct-mandaat elke rechterlijke garantie wordt ontnomen en bijgevolg het slachtoffer zijn van een verschil in behandeling wat het recht van gelijke toegang tot een rechtbank betreft ?
Verstösst Artikel 14 § 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat in Verbindung mit Artikel 259quinquies § 1 Nr. 1 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass gegen die Bezeichnung von Inhabern beigeordneter Mandate als Vizepräsident des Gerichts erster Instanz, des Arbeitsgerichts und des Handelsgerichts, durch deren zuständige Generalversammlungen und bei Stimmengleichheit durch den Vorsitzenden der zuständigen Generalversammlung, ohne jegliches Einschreiten eines Organs der ausführenden Gewalt, keine Nichtigkeitsklage beim Staatsrat erhoben werden kann, und zwar im Gegensatz zur Einsetzung in die anderen Mandate als Korpschef, die in Artikel 259quater des Gerichtsgesetzbuches aufgeführt sind und bei denen die Ernennung durch den König auf Vorschlag der Ernennungskommission des Hohen Justizrates und nach mit Gründen versehenem Gutachten der Generalversammlung des Rechtsprechungsorgans erfolgt, so dass nur den Richtern, die sich um ein beigeordnetes Mandat bewerben, jede Rechtsprechungsgarantie versagt wird und sie demzufolge einen Behandlungsunterschied hinsichtlich des Rechts auf gleichen Zugang zu einem Gericht erleiden?

« Schendt artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, juncto artikel 259quinquies, § 1, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat tegen de aanstelling van bekleders van de adjunct-mandaten van ondervoorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel, door de bevoegde algemene vergaderingen ervan en bij staking van stemmen, door de voorzitter van de bevoegde algemene vergadering, zonder enig optreden van een orgaan van de uitvoerende macht, geen beroep kan worden ingesteld bij de Raad van State die geschillen berecht op eis tot nietigverklaring, in tegenstelling tot de aanstellingen in andere adjunct-mandaten van eerste advocaat-generaal bij de hoven, van advocaat-generaal bij het hof van beroep en bij het Arbeidshof en van eerste substituut, vermeld in artikel 259quinquies, § 1, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, voor welke mandaten de aanstellingen geschieden door de Koning na gemotiveerde voordracht van twee gegadigden door de korpschef ?
« Verstösst Artikel 14 § 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat in Verbindung mit Artikel 259quinquies § 1 Nr. 1 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass gegen die Bezeichnung von Inhabern beigeordneter Mandate als Vizepräsident des Gerichts erster Instanz, des Arbeitsgerichts und des Handelsgerichts, durch deren zuständige Generalversammlungen und bei Stimmengleichheit durch den Vorsitzenden der zuständigen Generalversammlung, ohne jegliches Einschreiten eines Organs der ausführenden Gewalt, keine Nichtigkeitsklage beim Staatsrat erhoben werden kann, und zwar im Gegensatz zur Einsetzung in die anderen beigeordneten Mandate als erster Generalanwalt bei den Gerichtshöfen, Generalanwalt beim Appellationshof und beim Arbeitsgerichtshof und erster Staatsanwalt, die in Artikel 259quinquies § 1 Nr. 2 des Gerichtsgesetzbuches aufgeführt sind und bei denen die Bezeichnung durch den König auf mit Gründen versehenen Vorschlag zweier Kandidaten durch den Korpschef erfolgt?