Vertaling van "sterk asymmetrisch beeld vertonen " (Nederlands → Duits) :

C. overwegende dat de twee oevers van de Middellandse Zee in economische, sociale en demografische termen onverminderd een sterk asymmetrisch beeld vertonen, en dat er ook wat ontwikkeling betreft grote verschillen tussen de landen van het Middellandse-Zeegebied zijn,
C. in der Erwägung, dass es zwischen den beiden Seiten des Mittelmeers nach wie vor ein ausgeprägtes wirtschaftliches, soziales und demografisches Gefälle gibt und auch zwischen den einzelnen Mittelmeerländern große Entwicklungsunterschiede bestehen,

D. overwegende dat de twee oevers van de Middellandse Zee in economische, sociale en demografische termen onverminderd een sterk asymmetrisch beeld vertonen; overwegende dat er wat ontwikkeling betreft grote verschillen tussen de landen in het gebied rond de Middellandse Zee zijn; overwegende dat 30% van de bevolking in de ZOM-landen leeft van minder dan US$ 2 per dag,
D. in der Erwägung, dass es nach wie vor ein riesiges wirtschaftliches, soziales und demografisches Gefälle zwischen den zwei Seiten des Mittelmeers gibt; in der Erwägung, dass auch zwischen den einzelnen Mittelmeerländern große Entwicklungsunterschiede bestehen; unter Hinweis darauf, dass über 30% der Bevölkerung der Länder im südlichen und östlichen Mittelmeerraum (SEMC) weniger als 2 USD pro Tag zum Leben haben,

11. stelt vast dat de echte economische groei in de EU wordt gekenmerkt door oude en nieuwe divergenties, met de laagste groeipercentages in Portugal (1,2% van het BBP) en in Italië (1,7%) en hoge groeicijfers binnen de EU-15-landen, zoals in Spanje (3,8%), Griekenland (3,8%), en vooral in Zweden (4%), Finland (4,9%) en Luxemburg (5,5%); stelt vast dat de nieuwe lidstaten, met name Slowakije (6,7%), Litouwen (7,8%), Estland (10,5%) en Letland (11%) een zeer sterke groei vertonen; onderstreept dat deze divergenties ook een teken zijn van belangrijke structurele verschillen, uiteenlopend binnenlands economisch beleid en demografische structuren en asymmetrische effecten van het gemeenschappelijk beleid, die aangeven aan welke gevaren de interne cohesie van de Europese Unie blootstaat; benadrukt derhalve de noodzaak van beleidsmaatregelen die de economische samenhang versterken en zodoende bevorderlijk zijn voor de interne markt en de monetaire unie;
11. nimmt zur Kenntnis, dass das reale Wirtschaftswachstum in der Europäischen Union von alten und neuen Divergenzen gezeichnet ist, mit den niedrigsten Wachstumsraten in Portugal (1,2 % des BIP) und Italien (1,7 %) und hohen Wachstumsraten unter den EU-15 Ländern in Spanien (3,8 %), Griechenland (3,8 %) und insbesondere Schweden (4 %), Finnland (4,9 %) und Luxemburg (5,5 %); stellt fest, dass die neuen Mitgliedsstaaten besonderes hohe Wachstumsraten verzeichnen (6,7 % in der Slowakei, 7,8 % in Litauen, 10,5 % in Estland und 11 % in Lettland); unterstreicht, dass diese Divergenzen ebenfalls beträchtliche Unterschiede bei den Marktstrukturen, unterschiedliche nationale Wirtschaftspolitiken und demographische Strukturen sowie asymmetrische Auswirkungen der gemeinsamen Politiken widerspiegeln, die die Gefahren für den inneren Zusammenhalt der Europäischen Union veranschaulichen; betont deshalb die Notwendigkeit von Politiken, die den wirtschaftlichen Zusammenhalt stärken und so den Binnenmarkt und die Währungsunion fördern;

11. stelt vast dat de economische ontwikkeling in de EU wordt gekenmerkt door oude en nieuwe divergenties, met de laagste groeipercentages in Portugal (1,2 % van het BBP) en in Italië (1,7 %) en hoge groeicijfers binnen de EU-15-landen, zoals in Spanje (3,8 %), Griekenland (3,8 %), en vooral in Zweden (4 %), Finland (4,9 %) en Luxemburg (5,5 %); stelt vast dat de nieuwe lidstaten, met name Slowakije (6,7 %), Litouwen (7,8 %), Estland (10,5 %) en Letland (11 %) een zeer sterke groei vertonen; onderstreept dat deze divergenties ook een teken zijn van belangrijke structurele verschillen, uiteenlopend binnenlands economisch beleid en demografische structuren en asymmetrische effecten van het gemeenschappelijk beleid, die aangeven aan welke gevaren de interne cohesie van de Europese Unie blootstaat; benadrukt derhalve de noodzaak van beleidsmaatregelen die de economische samenhang versterken en zodoende bevorderlijk zijn voor de interne markt en de monetaire unie;
11. nimmt zur Kenntnis, dass das reale Wirtschaftswachstum in der EU von alten und neuen Divergenzen gezeichnet ist, mit den niedrigsten Wachstumsraten in Portugal (1,2% des BIP) und Italien (1,7%) und hohen Wachstumsraten unter den EU-15 Ländern in Spanien (3,8%), Griechenland (3,8%) und insbesondere Schweden (4%), Finnland (4,9%) und Luxemburg (5,5%); stellt fest, dass die neuen Mitgliedsstaaten besonderes hohe Wachstumsraten verzeichnen (6,7 % in der Slowakei, 7,8 % in Litauen, 10,5 % in Estland und 11 % in Lettland); unterstreicht, dass diese Divergenzen ebenfalls beträchtliche strukturelle Unterschiede, unterschiedliche nationale Wirtschaftspolitiken und demographische Strukturen sowie asymmetrische Auswirkungen der gemeinsamen Politiken widerspiegeln, die die Gefahren für den inneren Zusammenhalt der Europäischen Union veranschaulichen; betont deshalb die Notwendigkeit von Politiken, die den wirtschaftlichen Zusammenhalt stärken und so den Binnenmarkt und die Währungsunion fördern;

Men moet evenwel veel verder gaan door: - een goede werking van de interne markt te verzekeren: voortzetting van de inspanningen op het gebied van de deregulering waarbij men een beroep kan doen op de groep die daarvoor werd opgericht (Molitorgroep), een herdefiniëring van de doelstellingen van de openbare dienst, een verlichting van de procedures en een verbetering van hun transparantie, een verbetering van de besluitvormingsstructuren; - en door zo goed mogelijk de ter beschikking staande instrumenten te gebruiken om de veranderingen op het gebied van de industrie te vergemakkelijken, door het accent te leggen op het MKB en rekening te houden met de regionale verscheidenheid: gebruik van de Structuurfondsen en met name van de programma's voor communautair initiatief om de ontwikkeling te vergemakkelijken van zogenaamde clusters, een verbetering van de opleiding, de verspreiding van technologieën, de ontwikkeling van partnerschappen tussen grote bedrijven en het MKB, enz. Het concurrentievermogen van de Europese industrie De Europese industrie heeft haar concurrentievermogen in de laatste jaren aanzienlijk verbeterd: - de handelsbalans tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, die een tekort begon te vertonen aan het eind van de jaren tachtig, heeft in het begin van de jaren negentig een opmerkelijk herstel te zien gegeven; het handelstekort is tussen 1991 en 1993 met 90% gedaald en liep daarbij van 21 naar 2 miljard ecu terug; - de financiële structuur van de Europese bedrijven is sterk verbeterd en hun schuldenlast ligt gemiddeld aanzienlijk lager dan die van hun concurrenten; - de ontwikkeling van de arbeidskosten per eenheid produkt vertoonde in de loop van de laatste tien jaar een gunstiger beeld in de Europese Unie dan bij haar voornaamste concurrenten: van 1980 tot 1993 zijn de reële loonkosten per eenheid produkt duidelijk meer gedaald in de Unie (-9,7%) dan in de Verenigde Staten (-1,2%) en Japan (-8,3%).
Die Wettbewerbsfähigkeit der europäischen Industrie Die europäische Industrie hat ihre Wettbewerbsfähigkeit während der letzten Jahre deutlich verbessert: - Die Handelsbilanz zwischen der Europäischen Union und den Vereinigten Staaten, die Ende der 80er Jahre negativ wurde, hat sich seit Beginn der 90er Jahre deutlich verbessert: Das Handelsdefizit hat sich zwischen 1991 und 1993 von 21 auf 2 Mrd. ECU, d.h. um 90 %, verringert. - Die europäischen Unternehmen haben ihre Finanzen gründlich saniert und sind im Schnitt deutlich geringer verschuldet als ihre Wettbewerber. - Die Entwicklung der Stückkosten verlief im letzten Jahrzehnt in der Europäischen Union günstiger als bei ihren wichtigsten Konkurrenten: Zwischen 1980 und 1993 sind die realen Lohnstückkosten in der Union mit - 9,7 % deutlich stärker gesunken als in den Vereinigten Staaten (1,2 %) und Japan (8,3 %).