Traduction de «steun beschouwd als bestaande steun zoals » (Néerlandais → Allemand) :

Aangezien zowel de Belgische als de Franse maatregelen reeds bestonden vóór de oprichting van de EU in 1958 wordt de steun beschouwd als "bestaande steun".
Da sowohl die belgischen als auch die französischen Maßnahmen bereits vor der Gründung der EWG im Jahr 1958 bestanden, werden die Beihilfen als „bestehende Beihilfen“ betrachtet.

Er is veel steun voor een grotere harmonisatie van het spectrumgebruik in de EU, daarbij zonodig gebruik makend van de technische deskundigheid van bestaande instellingen zoals de Europese Conferentie van PTT-administraties (CEPT).
Breite Unterstützung fand auch die Absicht, die Nutzung des Frequenzspektrums EU-weit stärker zu harmonisieren, wobei dazu gegebenenfalls das technische Know-how von bestehenden Körperschaften wie der Europäischen Konferenz der Post- und Telekommunikationsbehörden (CEPT) genutzt werden sollte.

Omdat de belastingvrijstellingen voor havens in België en Frankrijk al bestonden vóór de oprichting van de EU, worden deze maatregelen als "bestaande steun" beschouwd en kan de Commissie niet verlangen dat België en Frankrijk de reeds verleende steun terugvorderen.
Da es die Körperschaftsteuerbefreiung für Häfen bereits vor dem EU-Beitritt Frankreichs und Belgiens gab, werden diese Maßnahmen als „bestehende Beihilfen“ betrachtet. Folglich kann die Kommission nicht von Belgien und Frankreich verlangen, dass sie die bereits gewährten Beihilfen zurückfordern.

„nieuwe steun”, alle steun, dat wil zeggen steunregelingen en individuele steun, die geen bestaande steun is, met inbegrip van wijzigingen in bestaande steun.
„neue Beihilfen“ alle Beihilfen, also Beihilferegelungen und Einzelbeihilfen, die keine bestehenden Beihilfen sind, einschließlich Änderungen bestehender Beihilfen.

5. Er mag geen steun worden toegekend aan productieorganisaties, zoals vennootschappen of coöperaties, die het beheer van één of meer landbouwbedrijven tot doel hebben en daarom in feite als een enkele producent moeten worden beschouwd.
(5) Die Beihilfen dürfen nicht Erzeugerorganisationen wie Unternehmen oder Genossenschaften gewährt werden, deren Zweck die Leitung einer oder mehrerer landwirtschaftlicher Betriebe ist und die daher faktisch als Einzelerzeuger anzusehen sind.

F. overwegende dat het plaatsen van de einde-afvalfase vóór recyclage heeft plaatsgehad problemen zou veroorzaken voor een groot deel van de bestaande gemeenschapswetgeving, zoals met betrekking tot het milieukeurmerk, openbare aanbestedingen, eco-design en REACH, waarin recycling tot nu toe werd beschouwd als leidend tot een gerecycleerd product dat klaar is voor gebruik, en bovendien strijdig is met artikel 2, lid 2, van Besluit van de Commissie 753/2011/EU, waar voorbehandelen duidelijk wordt onderscheiden van eindrecycling;
F. in der Erwägung, dass sich durch eine Festlegung des Endes der Abfalleigenschaft auf einen Zeitpunkt, zu dem noch kein Recycling stattgefunden hat, ein Widerspruch zu zahlreichen bestehenden gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften im Zusammenhang mit Umweltzeichen, der Vergabe öffentlicher Aufträge, dem Ökodesign und REACH ergeben würde, da in diesen Vorschriften mit „Recycling“ bislang auf den Prozess Bezug genommen wird, an dessen Ende das gebrauchsfertige recycelte Erzeugnis steht, und dass diese Festlegung außerdem Artikel 2 Absatz 2 des Beschlusses der Kommission 2011/753/EU widerspricht, in dem klar zwischen „vorbereitenden Maßnahmen“ und „endgültigem Recycling“ unterschieden wird;

G. overwegende dat het plaatsen van de einde-afvalfase vóór recyclage heeft plaatsgehad problemen zou veroorzaken voor een groot deel van de bestaande gemeenschapswetgeving, zoals met betrekking tot het milieukeurmerk, openbare aanbestedingen, eco-design en REACH, waarin recycling tot nu toe werd beschouwd als leidend tot een gerecycleerd product dat klaar is voor gebruik, en bovendien strijdig is met artikel 2, lid 2, van Besluit van de Commissie 2011/753/EU, waar voorbehandelen duidelijk wordt onderscheiden van eindrecycling;
G. in der Erwägung, dass sich durch eine Festlegung des Endes der Abfalleigenschaft auf einen Zeitpunkt, zu dem noch kein Recycling stattgefunden hat, ein Widerspruch zu zahlreichen bestehenden gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften im Zusammenhang mit Umweltzeichen, der Vergabe öffentlicher Aufträge, dem Ökodesign und REACH ergeben würde, da in diesen Vorschriften mit „Recycling“ bislang auf den Prozess Bezug genommen wird, an dessen Ende das gebrauchsfertige recycelte Erzeugnis steht, und dass diese Festlegung außerdem Artikel 2 Absatz 2 des Beschlusses der Kommission 2011/753/EU widerspricht, in dem klar zwischen „vorbereitenden Maßnahmen“ und „endgültigem Recycling“ unterschieden wird;

28. benadrukt dat steun vereist is voor onderzoek en ontwikkeling en innovatie, aangezien deze leiden tot aanmerkelijke ecologische verbeteringen bij alle vormen van vervoer ten gevolge van een vermindering van de uitlaatgassen en de geluidsoverlast van het verkeer en de veiligheid vergroten door het bieden van oplossingen die zorgen voor een beter gebruik van de bestaande capaciteit en vermindering van de verkeersknelpunten en omdat zij, niet in de laatste plaats, resulteren in een grotere energie-onafhankelijkheid in alle verkeersvormen over het gehele vervoersnetwerk; benadrukt in dit verband dat intelligente, interoperabele en met elkaar verknoopte systemen voor de organisatie van het vervoer en de veiligheid, zoals ERTMS, Galileo, SESAR, ITS en andere even waardevolle technologieën, steun vereisen op het gebeid van onderzoek en ontwikkeling en ook bij de toepassing ervan; dringt er bij alle lidstaten op aan om ervoor te zorgen dat alle burgers in Europa kunnen profiteren van deze intelligente vervoersystemen; merkt op dat bij de invoering van de kadervoorwaarden en open normen die nodig zijn voor beloftevolle technologieën, geen enkele specifieke technologie ongepast bevoordeeld mag worden;
28. betont, dass Forschung, Entwicklung und Innovation unterstützt werden müssen, da sie durch Reduktion von Abgasen und Verkehrslärm zu bedeutenden Umweltverbesserungen bei allen Verkehrsträgern führen, die Sicherheit erhöhen, indem sie Lösungen im Hinblick auf eine bessere Nutzung der bestehenden Infrastrukturkapazität und Verringerung von Verkehrsengpässen schaffen, und nicht zuletzt eine größere Energieunabhängigkeit bei den Verkehrsträgern im gesamten Verkehrsnetz mit sich bringen; betont, dass intelligente, interoperable und verknüpfte Systeme in der Verkehrsführung und der Sicherheit wie u.a. ERTMS, Galileo, SESAR und IVS und ähnlich geeignete Technologien sowohl in der Forschung und Entwicklung wie auch in der Anwendung unterstützt werden müssen; fordert die Mitgliedstaaten auf, dafür zu sorgen, dass alle Bürger in der gesamten Union von solchen intelligenten Verkehrssystemen profitieren können; stellt fest, dass die nötigen Rahmenbedingungen und offene Standards für vielversprechende Technologien eingeführt werden müssen, ohne dass eine bestimmte Technologie in unbilliger Weise bevorzugt wird;