Overwegende dat artikel 4 van Verordening nr . 116/67/EEG van de Raad van 6 juni 1967 betreffende de steun voor oliehoudende zaden ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1317/71 ( 5 ) , de periode van het van tevoren vaststellen van de steun heeft bepaald ; dat het , ten einde de aanpassing van de duur van de vaststelling van tevoren aan de eisen van de markt te vergemakkelijken , dienstig is de procedure voor het bepalen van deze periode te wijzigen ;
IN ARTIKEL 4 DER VERORDNUNG NR . 116/67/EWG DES RATES VOM 6 . JUNI 1967 ÜBER DIE BEIHILFE FÜR ÖLSAATEN ( 4 ) , ZULETZT GEÄNDERT DURCH DIE VERORDNUNG ( EWG ) NR . 1317/71 ( 5 ) , IST DER ZEITRAUM FÜR DIE VORAUSFESTSETZUNG DER BEIHILFE FESTGELEGT WORDEN ; UM DIE ANPASSUNG DES ZEITRAUMS DER VORAUSFESTSETZUNG AN DIE ERFORDERNISSE DES MARKTES ZU ERLEICHTERN , IST ES NOTWENDIG , DAS VERFAHREN ZUR FESTSETZUNG DIESES ZEITRAUMS ZU ÄNDERN .