Wat dit laatste betreft dienen drie belangrijke elementen te worden verme
ld: - een vijfjarig steunprogramma voor de bezette gebieden ten
belope van 500 miljoen ecu in de vorm van subsidies en leningen van de EIB[6] voor de periode 1994-98; - het aanbod om de bilaterale betrekkingen van de Gemeenschap met alle betrokken landen (Egypte, Jordanië, Israël, Libanon en Syrië) te verbeteren; -
steun van de Gemeenschap voor regionale samenwerking, met name in de context van het door de Unie waargenomen voorzitterschap van de Werkgroep voor
...[+++]Regionale Economische Ontwikkeling in het kader van de multilaterale benadering van het vredesproces.
Im letzteren Fall sind drei Faktoren besonders wichtig: - ein Fünfjahresprogramm zur Unterstützung der Besetzten Gebiete mit einer Dotierung von 500 Mio. ECU in Form von Zuschüssen und EIB-Darlehen[6] für die Jahre 1994-1998; - ein Angebot zur Verbesserung der bilateralen Beziehungen der Gemeinschaft zu allen betroffenen Ländern (Ägypten, Jordanien, Israel, Libanon und Syrien); - Unterstützung der Regionalkooperation seitens der Gemeinschaft, insbesondere im Rahmen des Vorsitzes der Union in der Arbeitsgruppe für regionale Wirtschaftsentwicklung zur Förderung des Friedensprozesses.