(26) De lidstaten mogen onder de in deze richtlijn gestelde voorwaarden hun nationale voorschriften op het strafrecht en de strafvervolging toepassen om alle onderzoeks- of andere maatregelen te kunnen nemen die nodig zijn voor de opsporing en de vervolging van strafbare feiten, zonder dat de noodzaak bestaat dergelijke maatregelen aan de Commissie mede te delen.
(26) Die Mitgliedstaaten können im Einklang mit den in dieser Richtlinie festgelegten Bedingungen ihre nationalen strafrechtlichen Vorschriften und Strafprozeßvorschriften anwenden, um Ermittlungs- und andere Maßnahmen zu ergreifen, die zur Aufklärung und Verfolgung von Straftaten erforderlich sind, ohne diese Maßnahmen der Kommission mitteilen zu müssen.