De verwijzende rechter vraagt bijgevolg of het in het geding zijnde artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre het categorieën van personen die zich in verschillende situaties zouden bevinden, op dezelfde wijze behandelt.
Der vorlegende Richter fragt also, ob der in Rede stehende Artikel 38 § 6 des Straßenverkehrsgesetzes vereinbar sei mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, insofern dadurch Kategorien von Personen, die sich in unterschiedlichen Situationen befänden, auf die gleiche Weise behandelt würden.