3. deelt de door de Raad geventileerde zorgen en wijst op de verklaring van de Amerikaanse ambassade in Nederland van 12 juni dat "indien er legitieme geschillen met het gastland van het Internationaal Strafhof ontstaan, verwachten wij deze constructief op te lossen, op een wijze die past bij betrekkingen tussen trouwe bondgenoten en NAVO-partners.; wij kunnen ons geen omstandigheden voorstellen waarin de VS zijn toevlucht hoeft te nemen tot militaire actie tegen Nederland of enige andere bondgenoot";
3. teilt die Besorgnis des Rates und nimmt die Erklärung der US-Botschaft in den Niederlanden vom 12. Juni zur Kenntnis, wonach die Vereinigten Staaten „für den Fall, dass sich legitime Kontroversen mit dem Gastland des IStGH ergeben, diese auf konstruktive Art und Weise beilegen würden, wie es sich für die Beziehungen zwischen engen Verbündeten und NATO-Partnern geziemt“ und wonach sie sich „keine Umstände vorstellen können, unter denen die USA von Militäraktionen gegen die Niederlande oder einen anderen Verbündeten Gebrauch machen müssten“;