Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Crimineel recht
Fabriek met zich herhalende organisatievormen
Fabriek met zich intern herhalende organisatievormen
Internationaal strafrecht
Krijgsrecht
Militair strafrecht
Personeel helpen groeien
Personeel helpen zich te ontplooien
Personeel helpen zich te ontwikkelen
Strafrecht
Studie van het strafrecht
Terugtrekken
Zich discreet gedragen
Zich onopvallend gedragen
Zich specialiseren in een historisch gebied
Zich specialiseren in een historisch onderwerp

Vertaling van "strafrecht zich " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
krijgsrecht [ Militair strafrecht ]

Militärstrafrecht [ Militärstrafgerichtsbarkeit ]








zich discreet gedragen | zich onopvallend gedragen

diskret agieren


zich specialiseren in een historisch gebied | zich specialiseren in een historisch onderwerp

sich auf ein Gebiet der Geschichte spezialisieren


fabriek met zich herhalende organisatievormen | fabriek met zich intern herhalende organisatievormen

fraktale Fabrik


personeel helpen zich te ontwikkelen | personeel helpen groeien | personeel helpen zich te ontplooien

Mitarbeiter/Mitarbeiterinnen entwickeln | Personal entwickeln


personeel dat zich over de passagiers ontfermt/zich met de passagiers bezighoudt

Personal zur Fluggastabfertigung


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de vervolging, wanneer dit verlies van rechtspersoonlijkheid zich pas voordoet nadat de rechtspersoon overeenkomsti ...[+++]

II. Verstößt Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass die Strafverfolgung weiterhin ausgeübt werden kann gegen eine juristische Person, die die Rechtspersönlichkeit verloren hat auf eine der in Artikel 20 Absatz 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Weisen, und zwar ohne dass der Beweis dafür erbracht werden muss, dass dieser Verlust der Rechtspersönlichkeit als Ziel hatte, der Verfolgung zu entgehen, wenn dieser Verlust der Rechtspersönlichkeit erst eintritt, nachdem die juristische Person gemäß Artikel 61bis des Strafprozessgesetzbuches vom Untersuchungsrichter beschuldigt worden ist, während die Strafverfolgung ...[+++]


28. benadrukt de uitdagingen waarvoor het strafrecht zich geplaatst ziet waar het gaat om het toepassen van de beginselen van rechtszekerheid en rechtmatigheid, het vermoeden van onschuld, de rechten van het slachtoffer en de rechten van de verdachte in de online omgeving; wijst in dit verband op de uitdagingen uit het verleden bij het opstellen van duidelijke definities, zoals voor kinderlokkerij online en kinderpornografie, waarvoor bij voorkeur de term „materiaal betreffende seksueel misbruik van kinderen” wordt gebruikt;

28. hebt die Herausforderungen hervor, mit denen das Strafgesetz hinsichtlich seiner Funktionsweise in der Online-Umgebung in Bezug auf die Prinzipien der Rechtssicherheit und Rechtmäßigkeit, die Unschuldsvermutung, die Rechte des Opfers und die Rechte des Verdächtigen konfrontiert ist; weist in diesem Zusammenhang auf die in der Vergangenheit entstandenen Herausforderungen bezüglich der Bereitstellung einer klaren Definition hin, wie in den Fällen von Online-Grooming und Kinderpornografie, die adäquater mit dem Begriff „Material über sexuellen Kindesmissbrauch“ bezeichnet werden sollte;


28. benadrukt de uitdagingen waarvoor het strafrecht zich geplaatst ziet waar het gaat om het toepassen van de beginselen van rechtszekerheid en rechtmatigheid, het vermoeden van onschuld, de rechten van het slachtoffer en de rechten van de verdachte in de online omgeving; wijst in dit verband op de uitdagingen uit het verleden bij het opstellen van duidelijke definities, zoals voor kinderlokkerij online en kinderpornografie, waarvoor bij voorkeur de term „materiaal betreffende seksueel misbruik van kinderen” wordt gebruikt;

28. hebt die Herausforderungen hervor, mit denen das Strafgesetz hinsichtlich seiner Funktionsweise in der Online-Umgebung in Bezug auf die Prinzipien der Rechtssicherheit und Rechtmäßigkeit, die Unschuldsvermutung, die Rechte des Opfers und die Rechte des Verdächtigen konfrontiert ist; weist in diesem Zusammenhang auf die in der Vergangenheit entstandenen Herausforderungen bezüglich der Bereitstellung einer klaren Definition hin, wie in den Fällen von Online-Grooming und Kinderpornografie, die adäquater mit dem Begriff „Material über sexuellen Kindesmissbrauch“ bezeichnet werden sollte;


7. benadrukt de uitdagingen waarvoor het strafrecht zich geplaatst ziet waar het gaat om het toepassen van de beginselen van rechtszekerheid en rechtmatigheid, het vermoeden van onschuld, de rechten van het slachtoffer en de rechten van de verdachte in de online omgeving; wijst in dit verband op de uitdagingen uit het verleden bij het opstellen van duidelijke definities, zoals voor kinderlokkerij online en kinderpornografie, waarvoor bij voorkeur de term "materiaal betreffende seksueel misbruik van kinderen" wordt gebruikt;

7. hebt die Herausforderungen hervor, mit denen das Strafgesetz hinsichtlich seiner Funktionsweise in der Online-Umgebung in Bezug auf die Prinzipien der Rechtssicherheit und Gesetzmäßigkeit, die Unschuldsvermutung, die Rechte des Opfers und die Rechte des Verdächtigen konfrontiert ist; weist in diesem Zusammenhang auf die in der Vergangenheit entstandenen Herausforderungen bezüglich der Bereitstellung einer klaren Definition hin, wie in den Fällen von Online-Grooming und Kinderpornografie, die adäquater mit dem Begriff „Material über sexuellen Kindesmissbrauch“ bezeichnet werden sollte;


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
28. benadrukt de uitdagingen waarvoor het strafrecht zich geplaatst ziet waar het gaat om het toepassen van de beginselen van rechtszekerheid en rechtmatigheid, het vermoeden van onschuld, de rechten van het slachtoffer en de rechten van de verdachte in de online omgeving; wijst in dit verband op de uitdagingen uit het verleden bij het opstellen van duidelijke definities, zoals voor kinderlokkerij online en kinderpornografie, waarvoor bij voorkeur de term "materiaal betreffende seksueel misbruik van kinderen" wordt gebruikt;

28. hebt die Herausforderungen hervor, mit denen das Strafgesetz hinsichtlich seiner Funktionsweise in der Online-Umgebung in Bezug auf die Prinzipien der Rechtssicherheit und Rechtmäßigkeit, die Unschuldsvermutung, die Rechte des Opfers und die Rechte des Verdächtigen konfrontiert ist; weist in diesem Zusammenhang auf die in der Vergangenheit entstandenen Herausforderungen bezüglich der Bereitstellung einer klaren Definition hin, wie in den Fällen von Online-Grooming und Kinderpornografie, die adäquater mit dem Begriff „Material über sexuellen Kindesmissbrauch“ bezeichnet werden sollte;


De in het geding zijnde bepaling is onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de strafrechter niet toestaat de in het ongelijk gestelde burgerlijke partij die zich, door middel van een afzonderlijke vordering, heeft aangesloten bij de rechtstreekse dagvaarding door een andere burgerlijke partij, te veroordelen tot een rechtsplegingsvergoeding.

Die fragliche Bestimmung ist nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie es dem Strafrichter nicht ermöglicht, die im Verfahren unterliegende Zivilpartei, die sich durch eine getrennte Klage einer direkten Ladung durch eine andere Zivilpartei angeschlossen hat, zu einer Verfahrensentschädigung zu verurteilen.


is verheugd over het bestaan van een werkgroep van de Raad inzake materieel strafrecht en verzoekt de Raad om het Parlement van specifieke informatie te voorzien over de wijze waarop deze zich verhoudt tot andere werkgroepen van de Raad die zich bezighouden met strafrechtbepalingen op andere beleidsterreinen dan justitie en binnenlandse zaken;

begrüßt das Bestehen einer Arbeitsgruppe des Rates für materielles Strafrecht und fordert den Rat auf, dem Parlament spezifische Informationen darüber bereitzustellen, in welcher Beziehung sie zu anderen Arbeitsgruppen des Rates steht, die sich mit Strafrechtsvorschriften für andere Politikbereiche als Justiz und Inneres befassen;


overwegende dat de strafrechts- en strafprocesrechtsstelsels van de lidstaten zich gedurende eeuwen hebben ontwikkeld, dat elke lidstaat zijn geheel eigen uitwerkingen en kenmerken heeft, en dat kerngebieden van het strafrecht bijgevolg aan de lidstaten moeten worden overgelaten;

in der Erwägung, dass die Strafrechts- und Strafprozessrechtssysteme der Mitgliedstaaten über Jahrhunderte gewachsen sind und jeder Staat seine ganz eigenen Ausprägungen und Besonderheiten hat, und in der Konsequenz Kerngebiete des Strafrechts den Mitgliedstaaten überlassen bleiben müssen;


drugshandel - met een oproep het in artikel 31 sub e) VEU voorziene gemeenschappelijke optreden te lanceren - als een van de sectoren noemt waarvoor de inspanningen ter harmonisatie van het nationale strafrecht zich bij voorrang moeten richten (conclusie 48),

den Drogenhandel als einen der Bereiche bezeichnet hat, auf den sich die Bemühungen zur Harmonisierung des Strafrechts der Mitgliedstaaten vorrangig beziehen sollten, und zur Einleitung der in Artikel 31 Buchstabe e EUV vorgesehenen gemeinsamen Aktion aufgerufen hat (Schlußfolgerung 48),


De twee prejudiciële vragen handelen over de vraag of de exclusieve bevoegdheid waarover de procureur-generaal bij het hof van beroep beschikt om vervolging in te stellen tegen een magistraat, een beslissing waartegen geen hoger beroep mogelijk is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt, doordat zij een partij die zich door een misdrijf benadeeld acht, niet toestaat de strafvordering op gang te brengen door zich burgerlijke partij te stellen bij een onderzoeksrechter of door rechtstreeks voor de strafrechter te dagvaarden, zulk ...[+++]

Die zwei präjudiziellen Fragen behandeln die Frage, ob die exklusive, dem Generalprokurator beim Appellationshof vorbehaltene Zuständigkeit, Strafverfolgung gegen einen Magistraten einzuleiten - eine Entscheidung, gegen die keine Berufung möglich ist - die Artikel 10 und 11 der Verfassung nicht dadurch verletzt, dass sie einer Partei, die sich wegen einer Straftat für geschädigt hält, nicht zugesteht, den Strafprozess dadurch in Gang zu bringen, dass sie vor einem Untersuchungsrichter als Zivilpartei auftritt oder direkt vor den Strafrichter vorlädt, und dies i ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'strafrecht zich' ->

Date index: 2024-08-29
w