In die interpretatie van het in het geding zijnde vierde lid wordt de werkgever, in tegenstelling tot andere voor de strafrechter vervolgde beklaagden, het recht ontzegd op het voordeel van artikel 65 van het Strafwetboek en van de artikelen 1, 3, 6 en 8 van de wet van 29 juni 1964 voor een niet onbelangrijk deel van de hem opgelegde straf, terwijl de benadeelde partij - de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid - overigens schadeloos is gesteld.
In dieser Interpretation des beanstandeten vierten Absatzes wird dem Arbeitgeber im Gegensatz zu anderen vor dem Strafrichter verfolgten Angeschuldigten das Recht entzogen, für einen nicht unwichtigen Teil der über ihn verhängten Strafe Artikel 65 des Strafgesetzbuches und die Artikel 1, 3, 6 und 8 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 in Anspruch zu nehmen, während übrigens die benachteiligte Partei - das Landesamt für Soziale Sicherheit - entschädigt worden ist.