Het vierde middel is afgeleid uit de schending van artikel 11 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, doordat de bestreden artikelen 57, 58 en 59 van het decreet van 19 december 1998 strafbaarstellingen en strafsancties zouden invoeren waarin boek I van het Strafwetboek niet voorziet, zonder dat, voorafgaand aan de beraadslaging in de Vlaamse Regering over het voorontwerp van decreet, het eensluidend advies van de Ministerraad werd verkregen.
Der vierte Klagegrund beruht auf dem Verstoss gegen Artikel 11 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, indem die angefochtenen Artikel 57, 58 und 59 des Dekrets vom 19. Dezember 1998 Strafandrohungen und Strafen einführten, die nicht in Buch I des Strafgesetzbuches vorgesehen seien, ohne dass vor der Beratung in der Flämischen Regierung über den Vorentwurf des Dekrets eine gleichlautende Stellungnahme des Ministerrats vorgelegen habe.