De verzoekende partij klaagt aan dat de artikelen 2, 2°, 4, 1°, en 5, 1°, van de bestreden wet bepalen dat het opnemen, in het strafregister, van de eenvoudige schuldigverklaringen uitgesproken met toepassing van artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, informatie is die zowel voor de besturen die toegang hebben tot het centraal strafregister, als voor de particulieren toegankelijk is, aangezien zij wordt vermeld op de uittreksels uit het strafregister die hun worden uitgereikt, gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van de definitieve rechterlijke beslissing waarbij zij zijn uitgesproken.
Die klagende Partei bemängelt, dass in den Artikeln 2 Nr. 2, 4 Nr. 1 und 5 Nr. 1 des angefochtenen Gesetzes vorgesehen sei, dass die Eintragung der einfachen Schuldigerklärungen, die in Anwendung von Artikel 21ter des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches verkündet worden seien, ins Strafregister eine Information sei, die sowohl Verwaltungen, die Zugriff zum Zentralen Strafregister hätten, als auch Privatpersonen zugänglich sei, weil sie in den ihnen ausgehändigten Auszügen aus dem Strafregister während eines Zeitraums von drei Jahren ab dem Datum der definitiven gerichtlichen Entscheidung zu ihrer Verkündung angegeben werde.