Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat het feit dat artikel 47bis, § 2, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij artikel 2 van de wet van 13 augustus 2011, ten behoeve van de verhoorde verdachte wiens vrijheid niet is benomen, niet voorziet in het recht te worden bijgestaan door een advocaat tijdens het verhoor, geen onevenredige gevolgen heeft.
Aus dem Vorstehenden geht hervor, dass der Umstand, dass Artikel 47bis § 2 des Strafprozessgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 2 des Gesetzes vom 13. August 2011, nicht zugunsten eines vernommenen Verdächtigen, dem nicht seine Freiheit entzogen wurde, das Recht vorsieht, während der Vernehmung den Beistand eines Rechtsanwalts zu erhalten, keine unverhältnismässigen Folgen hat.